H8 Leerdoel 9

Hoofdstuk 8
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 8
8. Ik kan met de vergrotingsfactor de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Vandaag:
Andersom werken
9. Ik kan bij een vergroting van de oppervlakte, de vergrotingsfactor berekenen.

Slide 2 - Slide

Het kwadraat van 9 is:
A
9
B
18
C
81
D
99

Slide 3 - Quiz

Het tegenovergestelde van kwadraat is:
A
keer
B
wortel
C
aardappel
D
delen door

Slide 4 - Quiz

De wortel van 121 is:

121=

Slide 5 - Open question

Hoofdstuk 8
8. Ik kan met de vergrotingsfactor de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Vandaag:
Andersom werken
9. Ik kan bij een vergroting van de oppervlakte, de vergrotingsfactor berekenen.

Slide 6 - Slide

Leerdoel 8
8. Ik kan met de vergrotingsfactor de oppervlakte van een vergroting berekenen.



Dus bij een vergrotingsfactor bepalen!
Deze in het kwadraat doen om de vergroting van de oppervlakte te bepalen.

Slide 7 - Slide

Leerdoel 9
9. Ik kan bij een vergroting van de oppervlakte, de vergrotingsfactor berekenen.

Zoals net gezegd. Je moet nu dus het tegenovergestelde doen als bij leerdoel 8. Bij leerdoel 8 doe je het kwadraat van de vergrotingsfactor.

Dus om de vergrotingsfactor te bepalen als je de vergroting van de oppervlakte weet dan gebruik je de ..........  

Slide 8 - Slide

De oppervlakte van de grote rechthoek is 25x zo groot. Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 9 - Open question

Leerdoel 9
9. Ik kan bij een vergroting van de oppervlakte, de vergrotingsfactor berekenen.

  


Is de oppervlakte dus 10x zo groot geworden is de vergrotingsfactor 
103,16

Slide 10 - Slide

Opgave 45 samen

Slide 11 - Slide

Volgende les opgave 47 inleveren in Lessonup.

Slide 12 - Slide

Bereken de oppervlakte?
Laat de berekening zien.

Slide 13 - Open question

Leerdoelen behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het eerste bolletje te kleuren(groen, oranje of rood)
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 14 - Quiz