Duurzame visserij

1 / 15
next
Slide 1: Video
TechniekBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

overbevissing

Slide 2 - Slide

Fase van de ontwerpcyclus: confronteren

Introductie van het thema, overbevissing. 

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

de paling, makreel en kabeljauw 
De paling wordt tegengehouden door stuwen en dammen.
Stuwen en dammen staan in veel rivieren waardoor de paling niet of heel moeilijk terug kan zwemmen naar zijn geboortegrond. Het is dus moeilijker voor hem om te zorgen voor nakomelingen. Hun aantal is in Nederland met 90% afgenomen.
Het aantal kabeljauwen in de Noordzee herstelt langzaam. Het probleem is dat er wordt overbevist.
Wat is overbevissen? Dit betekent dat er meer vis wordt gevangen dan dat er nieuwe vissen bijkomen (geboren worden).
De makreel wordt gevangen door grote vissersboten met aan beide zijden hele grote netten. Deze netten gaan soms wel meters diep de zee in waardoor er superveel andere vissen, zeezoogdieren en soms ook haaien in de netten terecht komen. Deze dieren gaan vaak dood in de netten en worden dan overboord gegooid. De vissers verkopen de andere vissen als bijvangst.

Slide 5 - Slide

Fase van de ontwerpcyclus: verkennen. 

Introductie van de drie vissoorten en welke problemen zij hebben. Hierbij is het van belang dat het voor de leerlingen duidelijk is welk probleem iedere vis heeft. 
De leerlingen krijgen onderstaande vissoorten;
Paling à wordt tegengehouden door stuwen en dammen en hierdoor kan de paling zijn trekroute niet afmaken. Hun aantal is in Nederland met 90% afgenomen.
Kabeljauw à de Stock uit de Noordzee is beetje bij beetje aan het herstellen, maar blijft overbevist.
Makreel à De vis wordt gevangen als de beide vleugels op hetzelfde moment aan boord worden gehesen. Deze techniek heeft een accidentele bijvangst van niet-doelsoorten, in het bijzonder van zeezoogdieren en haaien, en van te kleine individuen van de doelsoorten

Slide 6 - Slide

Introductie van de persona, vertel het verhaal wat hieronder staat aan de leerlingen. Het is hierbij van belang dat de leerlingen echt gaan geloven dat deze persoon bestaat.

Pieter is een 32-jarige visser uit Hoek van Holland. Meerdere dagen per jaar gaat Pieter samen met zijn collega’s de zee op om vis te vangen voor viswinkels in Zuid-Holland. Wanneer hij vis aan het vangen is, is het onvermijdelijk dat er ook vissoorten in de netten belanden waar niet op wordt gevist. Deze ongewenste vissoorten, noemen ze ook wel bijvangst. De bijvangst die wordt gevangen, wordt weggegooid of opgekocht door mensen zoals Manuel. Pieter is zich ervan bewust dat bijvangst slecht is voor de zee en verschillende vissoorten maar het kost te veel geld om op een andere manier te vissen. Mocht er een goedkopere oplossing komen die Pieter niet te veel geld kost en waarbij de bijvangst minder is, zou Pieter op deze manier gaan vissen.
 

Slide 7 - Slide

Introductie van de persona, vertel het verhaal wat hieronder staat aan de leerlingen. Het is hierbij van belang dat de leerlingen echt gaan geloven dat deze persoon bestaat.

Manuel is een 43-jarige restauranteigenaar uit Scheveningen. Hij heeft sinds twee jaar een eigen restaurant, waarbij er alleen gerechten worden gemaakt met vissen die per ongelijk zijn meegenomen tijdens het vissen. Manuel vindt dat bijvangst juist fijn is. Hij kan dankzij zijn deal met verschillende vissers, goedkoop aan bijvangst komen. Er belanden elke keer wel weer verschillende vissoorten in de netten, dus is zijn menu nooit hetzelfde. Manuel vindt dat deze manier van vissen prima is en dat bijvangst geen probleem is. Bijvangst is dan ook voor hem zijn grote inkomstenbron.

Slide 8 - Slide

Introductie van de persona, vertel het verhaal wat hieronder staat aan de leerlingen. Het is hierbij van belang dat de leerlingen echt gaan geloven dat deze persoon bestaat.

Sarah is een 21-jarige milieukunde student uit Vlaardingen. Zij is regelmatig te vinden tijdens klimaatprotesten op verschillende plekken in Nederland. Waarom zij hierbij aanwezig is? Sarah vindt dat er te veel gebruik wordt gemaakt van schadelijke vistechnieken. De manier die vissers nu gebruiken om vis te vangen is zo efficiënt dat er superveel vis wordt gevangen. Ook vissen waar zij niet specifiek op vissen belanden in de netten. Hierdoor worden veel vissen en andere dieren ‘per ongeluk’ gedood. Door de bijvangst zijn haaien, zeeschildpadden, walvissen en dolfijnen nu bedreigde diersoorten geworden. Als het aan Sarah ligt, moet er een nieuwe techniek voor het vissen komen, of beter nog, moet het vissen helemaal gestopt worden.
groepjes 
groepje 1:

Ali
Ibrahim
Elah
Ladjeanna
Ahmet

groepje 2: 

Idriis
Marco
Rabia
Djaylinn
groepje 3:

Kyra
Buse
Ecrin
Sebahat
groepje 4:

Chanaya
Lamine
Jayd
Indy

groepje 5:


groepje 6: 


visserman
visserman 
restaurant eigenaar
restaurant eigenaar
klimaat activist
klimaat activist

Slide 9 - Slide

Noteer in deze slide welke groepjes er gevormd zijn. 

In de ideale verdeling bestaat ieder groepje uit 4 a 5 leerlingen. 
Maak een weloverwogen beslissing bij het maken van de groepjes. 
Door middel van de teken tool kan je een lijn trekken bij ieder groepje en welke persoon ze kiezen, ook kan je de nummers van de groepjes in het vakje zetten. 
Brainstorm!
timer
15:00000

Slide 10 - Slide

Brainstorm sessie.

De leerlingen verdelen het blad in delen, zodat ieder lid van het groepje een stuk heeft. In het midden komt een cirkel te staan dit is om het uiteindelijke idee neer te zetten. 
Na 5 minuten brainstormen gaan de leerlingen aan de hand van stickers stemmen op hun favoriete idee. 
snelle prototype 
timer
30:00
Maak je idee op een snelle manier! 
Gebruik simpele knutsel en kosteloze materialen 

Waarom maken we snelle prototype's? 
• om een beter beeld van je eigen idee te krijgen
• om je idee met anderen te delen
• om te leren wat er nog uitgewerkt of verbeterd moet worden
• om uit te proberen of te testen
• om de sterke kanten te ontdekken

Slide 11 - Slide

De leerlingen gaan snelle prototypes maken. 
Maak snel: Maak je idee op een snelle manier. Gebruik simpele
knutsel- en kosteloze materialen. Denk aan:
• papier en karton
• post-its en stiften
• satéprikkers, rietjes, paperclips, elastiek, touw, schilderstape,
ijzerdraad
• kosteloos materiaal
• piepschuim, foam, isolatieschuim
• bestaande, oude producten
• (technisch) lego, k’nex, constructiemateriaal

2. Gebruik prototype: Gebruik het snelle prototype, bijvoorbeeld:
• om een beter beeld van je eigen idee te krijgen
• om je idee met anderen te delen
• om te leren wat er nog uitgewerkt of verbeterd moet worden
• om uit te proberen of te testen
• om de sterke kanten te ontdekken
feedback ronde 
Tijdens iedere ronde vertel je: 
  • Jullie probleem.
  • in het kort jullie oplossing.
  • Problemen waar je tegen aan loopt. 

Als luisteraar geef je: 
  • Een tip, wat kan er beter.
  • Een top, wat vind je dat er al goed gaat. 

timer
3:00

Slide 12 - Slide

Tijdens de feedback ronde gaan de leerlingen bij de andere groepjes kijken. 
De leerlingen kunnen dan elkaar tips en  tops geven

De bedoeling van deze ronde is dat de leerlingen problemen samen kunnen oplossen, zo heb je als leerkracht een meer sturende rol. Plus leerlingen kunnen zelf wellicht met hele creatieve oplossingen komen. 
presentatie voorbereiden
timer
30:00
Onderdelen presentatie:
  1. Snelle prototype.
  2. Jullie probleem.
  3. Jullie oplossing. 
  4. Schrijf alles duidelijk op zodat de informatie goed leesbaar is voor je klasgenoten.


Slide 13 - Slide

De leerlingen krijgen na de feedback ronde nog tijd om hun snelle prototypes aan te passen en om hun presentatie voor te bereiden.
De presentatieronde gaat in een tournee vorm gebeuren, het is dus belangrijk voor de leerlingen om hun verhaal duidelijk voor zich te hebben. Het opschrijven van hun verhaal is hierbij essentieel. 
Geef de leerlingen de volle 30 minuten de tijd om hun presentatie voor te bereiden, zelfs als de leerlingen eerder klaar zijn. 
Dit geeft hen alle tijd om alles rustig op te schrijven en neer te zetten.  
Tournee
Je gaat zo met jouw hele team naar de oplossing kijken van een ander team.
Wat je gaat doen: 
  • geef je 2 tips, wat kan er beter?
  • geef je 2 tops, wat is goed aan deze oplossing?
timer
5:00

Slide 14 - Slide

De presentaties worden gedaan in de vorm van een tournee. 
Het is van belang dat de leerlingen hun verhaal goed hebben opgeschreven en dat hun concept duidelijk is. 
Iedere ronde duurt 5 minuten, de leerlingen schrijven op een apart blaadje de tips en tops die ze voor elkaar hebben. 
Aan het eind van de tournee heeft ieder team dus een feedback formulier. 
Bestaande oplossingen. 
Zeereservaten: alle dieren in een zeereservaat worden met rust gelaten, zo kunnen de bedreigde diersoorten zich goed herstellen!

Vangstquotum: ieder jaar wordt er voor iedere vissoort bepaald hoeveel er gevangen mag worden. Op deze manier kunnen de vissen niet uitsterven!

Slide 15 - Slide

Link voor de zeereservaten: 
https://www.greenpeace.org/nl/oceanen/oplossingen-voor-onze-oceanen/?gclid=CjwKCAjw47eFBhA9EiwAy8kzNB2N80IhUOXuOwBBgRje_tI5KQ7e55IpLjtBWn-5NuPYhoACS4_ByBoCUoMQAvD_BwE

Vangstquotum:
Dit geeft aan hoeveel elk land van een bepaalde vissoort mag vangen. De internationale naam hiervoor is TAC (Total Allowable Cath). Wanneer deze visquota worden vastgesteld spelen er meerdere belangen mij: korte en lange termijn, politiek, milieu en inkomen. Het vaststellen van de visquota gebeurt ieder jaar opnieuw in Brussel. Alle ministers die over visserij gaan uit verschillende EU landen komen dan bij elkaar. Verschillende biologen geven dan advies over hoeveel vis van een bepaalde soort dat jaar mag worden gevangen. Meestal worden deze adviezen ook opgevolgd, maar iedere visserij minister probeert voor zijn land een zo hoog mogelijke hoeveelheid af te spreken. Nederland kreeg een hoog percentage platvis, Duitsland kreeg bijna de gehele TAC voor koolvis en België kreeg de belangrijke quota voor tong in de Ierse en Keltische zee. Dit is dus afhankelijk van de vis waarop vooral wordt gevist in dat land.