Les 5 - Vitaliteit - Verslaving & Middelengebruik

Les 5 - Vitaliteit - Verslaving & Middelengebruik
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 5 - Vitaliteit - Verslaving & Middelengebruik

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat zijn signalen van een beginnende verslaving?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

De signalen van een beginnende verslaving kunnen subtiel zijn, maar zijn wel belangrijk om op tijd te herkennen. De meest voorkomende waarschuwingssignalen, zijn verdeeld in drie gebieden:


- gedrag
- gevoelens
- lichamelijke veranderingen.

Slide 5 - Slide

Gedragssignalen

- Steeds vaker denken aan het middel (alcohol, drugs, sigaretten, gamen, etc.)
- Het middel gebruiken om te ontspannen of te ontsnappen aan problemen
- Moeite met stoppen of minderen, ondanks voornemens om dat wel te doen
- Liegen over het gebruik of verbergen van gebruik
- Belangrijke dingen (school, sport, vrienden) worden minder belangrijk
- Steeds meer nodig hebben voor hetzelfde effect (tolerantie)

Slide 6 - Slide

Gevoelens en stemming

- Prikkelbaarheid of snel boos worden als gebruik niet mogelijk is

- Sombere of depressieve stemming

- Gevoel van controleverlies

- Schaamte of schuldgevoel over gebruik

- Rusteloos of angstig als je het middel niet hebt

Slide 7 - Slide

Lichamelijke signalen

- Slechter slapen of vermoeidheid

- Veranderingen in eetlust of gewicht

- Trillen, zweten of andere ontwenningsverschijnselen

- Slechtere conditie of uithoudingsvermogen

- Rode ogen, bleke huid, ongezond uiterlijk

Slide 8 - Slide

Let op:
Eén signaal betekent niet meteen dat iemand verslaafd is, maar meerdere signalen samen kunnen wijzen op een beginnend probleem. Hoe eerder je het herkent, hoe beter het is om hulp te zoeken of in te grijpen.

Slide 9 - Slide

Opdracht: Verslaving & Middelengebruik

Je onderzoekt individueel wat de invloed is van een verslaving of middel (zoals roken, alcohol, drugs of energiedrank) op het lichaam, het brein én op sportprestaties. Je leert wat de risico’s zijn en denkt na over wat jij zelf al wist – en wat je nog niet wist.

1. Kies jouw onderwerp
Kies één van de volgende middelen of verslavingen:
- Roken (nicotine)
- Alcohol
- Cannabis (wiet/hasj)
- Energiedrank
- Lachgas
- Cocaïne
- Gamen (als gedragsverslaving)
- Vapen
- GHB

Slide 10 - Slide

2. Onderzoeksvragen
Beantwoord de volgende vragen in een verslag (400 woorden)

Wat doet dit middel met het lichaam en de hersenen?
- Welke directe effecten heeft het?
- Wat gebeurt er bij langdurig gebruik?
- Is het verslavend? Waarom wel/niet?

Wat zijn de risico’s?
- Wat zijn de gezondheidsrisico’s?
- Zijn er risico’s voor jongeren of sporters specifiek?
Hoe beïnvloedt dit middel het sporten/presteren?
- Heeft het invloed op uithoudingsvermogen, kracht, coördinatie, concentratie? Leg uit
- Hoe zit het met herstel na sport? Leg uit

Wat wist jij al en wat heb je nieuw geleerd?
- Wat wist je al over dit middel?
- Wat heeft je verrast of aan het denken gezet?



3. Eindproduct (Kies één van de volgende)

- Een poster waarin je de informatie overzichtelijk presenteert
- Een infoblad/folder gericht op jongeren die sporten
- Een video waarin jij uitlegt wat je geleerd hebt (max. 3 minuten)

Slide 11 - Slide

Uitwerking opdracht
inleveren via Teams, uiterlijk vandaag 12.30!

Slide 12 - Slide