Les 4 - Verwijswoorden

WELKOM
telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
Geen kauwgom, snoep of ander eten. 
Op tafel:
Leesboek
timer
5:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
Geen kauwgom, snoep of ander eten. 
Op tafel:
Leesboek
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Stil lezen
  • praten over je boek
  • Instructie formuleren
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Stil lezen
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Praten over je boek

Slide 4 - Slide

LESDOEL
  • Ik kan verwijswoorden als deze, die, dit, dat, goed gebruiken in zinnen

Slide 5 - Slide

Instructie
Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder genoemd is.

Naar de-woorden wijs je terug met deze en die, naar het-woorden met dit en dat.

Slide 6 - Slide

Instructie
Frankrijk heeft een nieuwe regering. Deze (→ regering) gaat komende week aan het werk.
Rob kocht een nieuwe kano, die (→ kano) hij op internet had gezien.
Bedankt voor het mooie cadeau. Dat (→ cadeau) wilde ik graag hebben.
Hier zijn de gympen die (→ gympen) je zocht.

Slide 7 - Slide

Zo gebruik je verwijswoorden Naar zelfstandige naamwoorden kun je verwijzen met:


Slide 8 - Slide

Instructie
Weet je niet of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is? Kijk dan in een (online) woordenboek.

Met het woord dat kun je ook naar een hele zin verwijzen:
Er loopt een losgebroken stier op de snelweg. Dat is erg gevaarlijk.

Slide 9 - Slide

Toepassen
DAT OF DIE?

  • De 3D-printtechniek is een techniek ..... volop in ontwikkeling is.
  • Zo verhuist een stel uit Amsterdam binnenkort naar een betonnen huis ..... uit een 3D-printer komt.

Slide 10 - Slide

Toepassen
Jullie gaan naar Cursus 6 - formuleren.
Paragraaf 3 - verwijswoorden. 
Deze les is opdracht 1 tot en met 4 helemaal af. 
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Evaluatie
Lees de zin in je hoofd hardop. Vul dat of die in op de puntjes. 
Voedsel bestaat uit verschillende ingrediënten .... verschillende eigenschappen hebben. ...... maakt het 3D-printen ingewikkeld.


Schrijf de twee woorden op, zonder met elkaar te overleggen. 

Slide 12 - Slide

Heb je alles af 
kunnen krijgen? 
Is het niet gelukt, 
dan is dit huiswerk 
voor de volgende 
keer. 


Slide 13 - Slide