H2 + V2 week 11

1 / 26
next
Slide 1: Slide
spaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mis metas para hoy
Mijn doelen voor vandaag:

1. werkwoord IR= gaan leren vervoegen.
2. werkwoord IR vervoegen in zinnen.
3. leren IR + A 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Esteban y Flor _______ al comedor
A
vais
B
va
C
van
D
vamos

Slide 4 - Quiz

mis amigos y yo _________ al instituto
A
vamos
B
voy
C
van
D
vais

Slide 5 - Quiz

Yo _______ a clase de español
A
voy
B
voi
C
va

Slide 6 - Quiz

Los profesores ________ a casa
A
vamos
B
vais
C
van
D
va

Slide 7 - Quiz

Joseba y tú ________ al supermercado
A
van
B
va
C
vas
D
vais

Slide 8 - Quiz

Yo _______ con la compañera a clase
A
voy
B
va
C
voi

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Uit gaan
werkwoorden:
bailar (dansen)
cantar (zingen)
salir (uit gaan) 
comer (eten)
beber (drinken)
comprar (kopen)

Slide 11 - Slide

Ir a + hele werkwoord 
(je geeft aan dat je iets gaat doen)
 yo Voy a bailar en la discoteca
 tú Vas a cantar una canción
 Yusef Va a comer una hamburguesa
 Anthoni y yo vamos a beber una coca cola
Lara y tú vais a salir con los amigos 
Sarya y Maissa van a comprar un vestido

Slide 12 - Slide

preposiciones (voorzetsels)
Voy a bailar con mi amiga (ik ga met mijn vriendin dansen)

¿vas a salir con tus amigos? (ga jij met je vrienden uit?)

a = naar
con= met

 

Slide 13 - Slide

negación/ ontkenning 

Slide 14 - Slide

ontkenning
*niet of geen vertaal je naar het Spaans als NO
*het woord staat altijd VOOR de persoonsvorm 

No quiero beber agua (ik wil geen water drinken)
hoy no voy al instituto (vandaag ga ik niet naar (middelbare) school)

Slide 15 - Slide

ontkenning
woorden die komen in combinatie met NO:
nadie (niemand)
nada (niks)
nunca (nooit)
*komen direct ACHTER de persoonsvorm
Alex no baila nunca (Alex danst nooit)

Slide 16 - Slide

ontkenning

**Nadie en Nunca kunnen ook VOOR de persoonsvorm komen, maar dan gebruik je geen NO meer!!

Nunca voy al cine (ik ga nooit naar de bioscoop)
Nadie tiene hambre (niemand heeft honger)

Slide 17 - Slide

Is de zin ontkennend?
Me gusta ir al instituto
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Is de zin ontkennend?
no voy al instituto en bici
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Is de zin ontkennend?
Voy a bailar con mi amiga
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Is de zin ontkennend?
La asignatura no es aburrida
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Is de zin ontkennend?
Nunca bebo agua
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Maak de zin ontkennend
Esto es el instituto de mi hermano

Slide 23 - Open question

Maak de zin ontkennend
vivimos en La Haya

Slide 24 - Open question

Maak de zin ontkennend
voy a bailar con Laura

Slide 25 - Open question

Frases Clave
¿Vas al instituto? (ga je naar de middelbare school?
Sí, voy al insituto (ja, ik ga naar de middelbare school? 

Slide 26 - Slide