Spelling, les 4: Hoofdletters schrijven

Spelling: Hoofdletters schrijven
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingLager onderwijs

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling: Hoofdletters schrijven

Slide 1 - Slide

Wanneer schrijf
je hoofdletters?

Slide 2 - Mind map

Hoe schrijf ik het?
A
Soufian
B
soufian

Slide 3 - Quiz

Hoe schrijf ik het?
A
Ik ben jarig.
B
ik ben jarig.

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf ik het?
A
evangeliestraat
B
Evangeliestraat

Slide 5 - Quiz

Hoe schrijf ik het?
A
donderdag
B
Donderdag

Slide 6 - Quiz

Hoe schrijf ik het?
A
jezus
B
Jezus

Slide 7 - Quiz

Wat moet ik doen?

- Oefening 1

- Oefening 2

- Oefening 3

- Oefening 4 
Sneller klaar? 

- Oefening 5
timer
25:00

Slide 8 - Slide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
A
Aan het begin van een zin
B
Bij namen van personen
C
Bij feestdagen
D
Bij heiligen

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf ik het?
A
Ardennen
B
ardennen

Slide 10 - Quiz

Waar zijn we de hoofdletter vergeten?
A
Leuven
B
pasen
C
maandag
D
Sevket

Slide 11 - Quiz

Waarom schrijf je deze woorden met een hoofdletter?

God - Boeddha - Allah
A
Het zijn soortnamen.
B
Het zijn namen van goden.
C
Het zijn heiligen.
D
Het zijn feestdagen.

Slide 12 - Quiz

Ik kan hoofdletters juist gebruiken.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 13 - Quiz