10 oktober herhaling aardrijkskunde
1 / 37
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Veel materialen zijn gemaakt van grondstoffen. Wat zijn grondstoffen?
A
Stoffen die in de zee worden gevonden
B
Stoffen die in het bos worden gevonden
C
Stoffen die in de natuur worden gevonden
D
Stoffen die in de kledingkast worden gevonden
Slide 2 - Quiz
Grondstoffen zijn?
A
Vlees, vis kip,
B
Kruiden
C
Geur en kleur stof
D
smaak stoffen
Slide 3 - Quiz
Wat zijn grondstoffen ?
A
Fossiele brandstoffen
B
IJzererts
C
Goud Zilver Platina
D
Kobalt Lithium
Slide 4 - Quiz
Wat zijn grondstoffen?
A
natuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
B
Onnatuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
C
Producten als lakens, hoefijzers, brood en ander verwerkt materiaal.
D
ruw materiaal dat nog bewerkt moet worden om er een product van te maken
Slide 5 - Quiz
Wat zijn delfstoffen?
A
Stoffen uit Delft
B
Stoffen die worden opgegraven
C
Stoffen die ontstaan na reacties
D
Stoffen die we uit de lucht halen
Slide 6 - Quiz
Wat zijn delfstoffen?
A
Toiletpapier
B
Plantjes
C
Olie gas ijzer
D
Kolen
Slide 7 - Quiz
Nederland heeft een flink aantal delfstoffen. Welke van onderstaande delfstoffen heeft Nederland NIET in de ondergrond?
A
Aardolie
B
Marmer
C
Aardgas
D
Zout
Slide 8 - Quiz
Delfstoffen vinden we ......aan het aardoppervlak.
A
altijd
B
niet altijd
Slide 9 - Quiz
Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen
Slide 10 - Quiz
Wat is geen oorzaak van ontbossing?
A
Boeren kappen bomen omdat ze meer landbouwgrond willen
B
Illegale houtkap
C
Bosbranden
D
Duurzame bosbouw
Slide 11 - Quiz
Wat zijn nadelen van ontbossing?
A
Erfelijke informatie gaat verloren
B
Minder koolstofdioxide kan worden opgenomen
C
Er gaat ecosysteem voor dieren en planten verloren
D
Minder eten voor mensen
Slide 12 - Quiz
Wat is ontbossing?
A
Dat je nieuwe bomen gaat planten
B
Dat er bomen gekapt worden
C
Dat er meer bos komt
D
Dat er meer soorten bomen komen
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN reden voor ontbossing?
A
Het winnen van natuurlijke hulpbronnen
B
Uitdroging
C
Bevolkingsgroei
D
Landbouw
Slide 14 - Quiz
Gevolgen van ontbossing zijn:
A
Het klimaat verandert en de grond spoelt weg
B
Bosbranden
C
Ontbossing heeft geen gevolgen
D
Meer verdamping
Slide 15 - Quiz
Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen
B
Mensen verhuizen
C
Mensen verhuizen naar de steden
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning
Slide 16 - Quiz
Geen eten hebben is een voorbeeld van..
A
Kwantitatieve honger
B
Kwalitatieve honger
Slide 17 - Quiz
Als er te weinig eiwitten en vitaminen in het voedsel aanwezig is spreken we van ......
A
kwantitatieve honger
B
kwalitatieve honger
Slide 18 - Quiz
Wat is kwalitatieve honger?
A
De hoeveelheid
B
Tekort aan voedingstoffen
C
Teveel aan voedingstoffen
D
Alle 3 hetzelfde
Slide 19 - Quiz
1. Kwalitatieve honger is hetzelfde als ondervoeding.
2. Bij kwantitatieve honger zitten er te weinig vitaminen en eiwitten in het voedsel.
2. Bij kwantitatieve honger zitten er te weinig vitaminen en eiwitten in het voedsel.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 & 2 zijn juist
C
1 & 2 zijn onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist
Slide 20 - Quiz
Als je onder de grens van 1800 kcal zit, om wat voor soort honger gaat het dan?
A
Kwalitatieve honger
B
Kwantitatieve honger
Slide 21 - Quiz
Welk begrip past bij de volgende zin:
Je eet te weinig en krijgt onvoldoende calorieën binnen om fit te blijven.
Je eet te weinig en krijgt onvoldoende calorieën binnen om fit te blijven.
A
Kwalitatieve honger
B
Kwantitatieve honger
Slide 22 - Quiz
Een hongerbuikje ontstaat door...
A
te veel eten, maar wel te eenzijdig
B
te weinig eten
C
te weinig eiwitten in het eten
D
te veel eten, zeker te veel vetten
Slide 23 - Quiz
Wanneer je kwalitatieve honger hebt, eet je te eenzijdig voedsel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Waar is sprake van kwalitatieve honger?
A
Soms heb ik dagen lang niets te eten
B
Elke dag hetzelfde: maispap
Slide 25 - Quiz
Wat is geen multinational?
A
IKEA
B
KFC
C
Heineken
D
Cafetaria de Boemerang
Slide 26 - Quiz
Wat is geen multinational?
A
IKEA
B
KFC
C
Heineken
D
Campina
Slide 27 - Quiz
Multinationals zijn....
A
Bedrijven die in één land gevestigd zijn
B
mensen met meerdere nationaliteiten
C
Mensen met één nationaliteit
D
Bedrijven die in meerder lander gevestigd zijn
Slide 28 - Quiz
Veel landen in Afrika zijn in Europese handen geweest. Hoe noemen we zo'n gebied?
A
land
B
kolonie
C
werelddeel
D
landjepik
Slide 29 - Quiz
Wat verbouwen multinationals door landjepik?
A
Basisvoedsel
B
Handelsgewassen
C
Niet-Afrikaanse gewassen
Slide 30 - Quiz
Kwantitatieve honger
Kwalitatieve honger
Te weinig eten
Onvoldoende beschermingsstoffen
Slide 31 - Drag question
Verenigde Staten
Nigeria
ondervoeding
overvoeding
kwalitatieve honger
kwantitatieve honger
veel werk in landbouw
weinig werk in landbouw
Slide 32 - Drag question
Kwantitatieve honger
Hongersnood
Kwalitatieve honger
Ondervoeding
(Acuut) gebrek aan voedsel
langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
te weinig eiwitten en/of vitaminen
voortdurend te weinig of te eenzijdig eten
Slide 33 - Drag question
Kwantitatieve honger
Kwalitatieve honger
Te weinig eten
Onvoldoende beschermingsstoffen
Te weinig vitamines
Te vaak MacDonalds
Slide 34 - Drag question
immigratie
migratie
emigratie
Van A naar B
Van Nederland naar Spanje
Van Spanje naar Nederland
Slide 35 - Drag question
Waar is meer emigratie, en waar is meer immigratie?
West Europa
Oost Europa
Veel emigratie
Veel immigratie
Slide 36 - Drag question
Wanneer iemand in een land gaat wonen, dan is er sprake van .....
immigratie
emigratie
