Vulkanen

• Aardrijkskunde
• NT2
• Basisschool
• Groep 5

Vulkanen

Woordspin over vulkanen

1. Je schrijft vulkanen in het midden.
   
2. Je tekent een rondje om het woord heen.
3. Je bedenkt zo veel mogelijk woorden die met vulkanen te maken hebben.

Wat gaan wij vandaag leren?

• Wat is een vulkaan en welke soorten zijn er?
• Hoe ontstaat een vulkaan?
• Waar op de wereld zijn er vulkanen?

Wat is een vulkaan?

 Vulkaan = Een opening in de aarde waar magma uitkomt.

Magma = Gesmolten gesteente dat in een vulkaan zit.

Lava = Gesmolten gesteente dat al uit de vulkaan is gekomen (700-1200 graden).

De krater = De opening bovenop de vulkaan.

Soorten vulkanen

Hoe ontstaat een vulkaan?

Van elkaar af

Naar elkaar toe

langs elkaar

Waar op de wereld zijn er vulkanen?

Gevolgen van een vulkaan

               

-Schade aan dorpen en steden

-Mensen moeten hun dorp of stad verlaten

1. Wat is een vulkaan?

1. Een berg die altijd actief is.
2. Een soort aardbeving.
3. Een opening in de aarde waar lava en gassen naar buiten komen.
4. Een berg die alleen bestaat uit steen.

2. Wat komt er uit een vulkaan als die uitbarst?

1. Regen
2. Lava
3. Vuur
4. Gesmolten kaas

3. Hoe noem je een vulkaan die al heel lang niet meer is uitgebarsten?

1. Slapende vulkaan
2. Boze vulkaan
3. Actieve vulkaan
4. Dode vulkaan

4. Waar vind je vaak vulkanen?

1. In het midden van de zee
2. Op scheuren in de aarde
3. In een woonwijk
4. In de woestijn

Onderzoek vulkaanuitbarsting

Proefje vulkaanuitbarsting 

Plan van aanpak / stappenplan:

1. Doe de door jouw groepje gekozen hoeveelheid baking soda in de beker

2. Doe in de beker met azijn 1 theelepel afwasmiddel en roer dit door

3. Zet de beker met baking soda in de bak en wacht op de juf!!

4. Giet in één keer alle azijn bij de beker met baking soda en kijken maar!

Onderzoeksvraag: Wat zal er gebeuren als we meer baking soda gebruiken in onze vulkaanuitbarsting?

Jullie krijgen zo een werkblad, hier schrijven jullie je voorspelling en  conclusie op. 

Voorspelling = wat je denkt dat er gaat gebeuren

Conclusie = wat je hebt zien gebeuren

In groepjes gaan jullie dit proefje zelf doen!

Verbreding

Reactie tussen: 

Reactie tussen