IO 19. act.2.3. week 2.jouw talent

IO 19.week 2: Wat is jouw talent?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

IO 19.week 2: Wat is jouw talent?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Doel
Theorie: intelligenties/kind portfolio
Opdracht
Einde

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Aan het eind van deze les weet je:
- wat meervoudige intelligentie betekent en welke meervoudige intelligenties er zijn
- kun  vorm geven aan een kind portfolio 
- hoe een activiteitenplan op te stellen
- weet je welke vaardigheden jij bezit




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

9 INTELLIGENTIES
9 INTELLIGENTIES

Slide 4 - Slide

Wat is nou eigenlijk intelligent? 
Is dat als je heel erg goed bent in rekenen? Of ben je ook intelligent als je niet goed bent in rekenen, maar heel goed met andere mensen kan omgaan? 

Onze maatschappij is vooral ingericht op het eerste; presteren met rekenen en taal, begint al op de basisschool. Maar zijn er niet andere dingen die minstens zo belangrijk zijn? 
Meervoudige intelligenties (Gardner)

Gardner onderscheidt acht vormen van intelligentie.

"Het gaat niet om hoe intelligent je bent, maar om hoe je intelligent bent".

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De meervoudige intelligenties:
  • visueel/ruimtelijk = beeldslim
  • lichameljik/kinesthetisch = lichaamslim
  • muzikaal/rithmisch = muziekslim
  • interpersoonlijk = mensenslim
  • intrapersoonlijk = zelfslim
  • verbaal/linguïstisch = woordslim
  • logisch/mathematisch = rekenslim
  • naturalistisch = natuurslim

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

timer
3:00
Welke meervoudige intelligenties herken jij het meest bij jezelf?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

timer
1:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is een activiteitenplan?
Tekst
A
Evaluatie van de activiteiten
B
Een overzicht van de uit te voeren activiteiten die volgens de planning uitgevoerd moet worden met een bepaald doel voor ogen
C
Gedragingen of gebeurtenissen, die wordt uitgevoerd met een bepaald doel voor ogen
D
Doelmatig en doelgericht zijn om invulling te geven

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

timer
2:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

timer
2:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verschil competenties, vaardigheden en talent

*Een vaardigheid is het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen.
*Competenties zijn kennis en vaardigheden.
*Competenties zijn niet aangeboren maar ontstaan door intensief en doelbewust oefenen.
*Competenties zijn geen gedrag, geen resultaten, geen intelligentie en geen motivatie.
* Een talent is aangeboren

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

geef minimaal 2 voorbeelden van vaardigheden

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Slide 17 - Link

This item has no instructions

Uitvoeren
Activiteit 1: Waar ben jij goed in?

1. Je kiest één vaardigheid uit waarvan je denkt dat je er zelf goed/het beste in bent.
2. Schrijf dit op een post-it en laat het nog even aan niemand zien.
3. Vervolgens maak je duo’s.
4. Schrijf nu op een ander post-it een vaardigheid op, waar je je duo-maatje goed in vindt.
5. Wissel de post-it van je duo-maat uit.
6. Bespreek welke post-it jullie voor elkaar hebben geschreven. Is dit dezelfde vaardigheid als wat je voor jezelf had opgeschreven bij punt 1?
7. Waarom heb je de vaardigheid voor jezelf gekozen? (Geef voorbeeld(en).
8. Waarom heb je de vaardigheid voor de ander gekozen? (Geef voorbeeld(en).
  








Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken
- Wie had hetzelfde opgeschreven als wat je terugkreeg van je duo-maat?

- Hoe was dit om te doen?
- Nieuwe dingen gehoord?
-Herken je het ook in jouw gedrag (in de klas, op stage, thuis)?
-En van elkaar?


Slide 19 - Slide

This item has no instructions