4H Les 678

* El pez de oro (p. 5+6)
Was het er al? = imperfecto (achtergrond)
Gebeurde het? = indefinido (acties)

* C5: 4a,b, 6a,b,c 7a,c,d ,10a, 12a,b, 13 a,b,c,d, 19a,c 21a, 22a,b,c 


Huiswerk: Leren voca 5.1 5.2 5.3 + 6.1
El 14 de mayo de 2024
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

* El pez de oro (p. 5+6)
Was het er al? = imperfecto (achtergrond)
Gebeurde het? = indefinido (acties)

* C5: 4a,b, 6a,b,c 7a,c,d ,10a, 12a,b, 13 a,b,c,d, 19a,c 21a, 22a,b,c 


Huiswerk: Leren voca 5.1 5.2 5.3 + 6.1
El 14 de mayo de 2024

Slide 1 - Slide

  • Revisar
  • El pez de oro (p. 7+8)
  • Spreekdossier (punten 1-4)
  • Herhalen lijdvw/meevw
  • C5: 14a,b,c,d, 15 (lijd.vw + meew.vw)

Huiswerk: Leren voca 5.1 5.2 5.3 + 6.1
El 16 de mayo de 2024

Slide 2 - Slide

Beantwoord de onderstaande 2 vragen:


1. Hoe vind ik het lijdend voorwerp in de zin? 
Het lijdend voorwerp = wie / wat + onderwerp + gezegde.

2. Hoe vind ik het meewerkend voorwerp in de zin?
Het meewerkend voorwerp =  aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde én het eventuele lijdend voorwerp.
Lijdend + meewerkend vwp

Slide 3 - Slide

"Ik geef een boek aan Juan"

        een boek = lijd.vw
        aan Juan = meew.vw


Voorbeeld

Slide 4 - Slide

"Ik geef een boek aan Juan"

        een boek = lijd.vw
        aan Juan = meew.vw


Dit kan korter (als je al weet waar het over gaat): 

"Ik geef HET HEM". 
Voorbeeld

Slide 5 - Slide

Wij gaan leren hoe we zinnen korter kunnen maken. Waarom?

- We gebruiken dit (ook in het NL) meer dan we denken
- In teksten komt dit enorm vaak voor en als we dit snappen, begrijpen we meer van de tekst. 

Dan maken we niet meer de fout dat 
¿Me compras una rosa? > IK KOOP een roos betekent. 

Juist = Koop jij een roos VOOR mij?
Lijdend + meewerkend vwp

Slide 6 - Slide

me
te
lo/la
nos
os 
los/las

Lijd.vw             Meew.vw
me
te
le (se)
nos
os 
les (se)

Persoonlijk 
voornaamwoord
Persoonlijk 
voornaamwoord

Slide 7 - Slide

Lijd.vw
me
te
lo/la
nos
os 
los/las

Meew.vw
me
te
le (se)
nos
os 
les (se)

Wederkerende ww
me llamo
te   llamas
se   llama
nos llamamos
os   llamáis
se   llaman

Gustar
me
te
le      +gusta(n)
nos
os 
les

Hoe weet je nu of je te maken hebt met een wederk.ww of een lijdvw/meew.vw?
Persoonlijke vnw

Slide 8 - Slide

Stap 1:  Zoek het lijd.vw (én/of het meew.vw). 
 
Stap 2:  Vervang het lijd.vw (én/of het meew.vw) door het persoonlijke vnm.

Stap 3:  Zet het persoonlijke vnw nu vóór het 1e vervoegde werkwoord 
             (of vastplakken achter een heel werkwoord/gebiedende wijs/gerundio).
Stappenplan
BELANGRIJK:
1. Plek = VÓÓR het 1e VERVOEGDE WERKWOORD
2. Eerst meew.vw (als die er is), daarna lijd.vw
3. Een dubbele 'l' kan niet (bijv: le+lo), dan gebruik je 'se'.
om zinnen korter te maken

Slide 9 - Slide

Lijdend voorwerp als pers.vnw
Meewerkend voorwerp als pers.vnw
Sleep naar de juiste plek
Me
Te
?
Me
Te
?
Nos
Os
?
Nos
Os
?
Le
Lo
Les
Los

Slide 10 - Drag question

Wat is de juiste vertaling van:


"Het boek, ik geef het jou".
A
El libro, te lo doy.
B
El libro, se lo doy
C
El libro, te la doy.
D
El libro, te le doy.

Slide 11 - Quiz

Geef een juist antwoord op de vraag:


¿Mandas estas cartas? Stuur jij deze brieven?
A
Sí, le mando.
B
Sí, les mando.
C
Sí, los mando.
D
Sí, las mando.

Slide 12 - Quiz

Welke zin is fout?


"Pedro wil het voor hem kopen".
A
Pedro le lo quiere comprar.
B
Pedro se lo quiere comprar.

Slide 13 - Quiz

Wat is een juist alternatief voor onderstaande zin?


Me lo debes dar. Je moet het mij geven.
A
Debes dármelo.
B
Lo me debes dar.

Slide 14 - Quiz

Vervang het lijdend vw voor een persoonlijk.vnw en herschrijf de zin (gebruik een punt op het einde!)

No quiero tener el libro.

Slide 15 - Open question

Vervang het lijdend vw voor een persoonlijk.vnw en herschrijf de zin (gebruik een punt op het einde!)

Ayer compré las manzanas.

Slide 16 - Open question

Vervang het lijdend vw voor een persoonlijk.vnw en herschrijf de zin (gebruik een punt op het einde!)

Mañana voy a llevar la chaqueta.

Slide 17 - Open question

Vervang het lijd.vw. EN het meew.vw. voor de juiste pers.vnw. en herschrijf de zin (gebruik een punt op het einde!)

Mañana voy a dar la chaqueta a mi hermano.

Slide 18 - Open question

Vervang het lijd.vw. EN het meew.vw. voor de juiste pers.vnw. en herschrijf de zin (gebruik een punt op het einde!)

Quiero comprar el libro para él.

Slide 19 - Open question

Vervang het lijd.vw. EN het meew.vw. voor de juiste pers.vnw. en herschrijf de zin (gebruik een punt op het einde!)

Mi padre va a comprar una tele para mí.

Slide 20 - Open question