Hoofdstuk 5 paragraaf 2 Vast en incidenteel

Terugblik les 5.1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik les 5.1

Slide 1 - Slide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 2 - Slide

Persoonlijke uitgaven
Kleine uitgaven voor een persoon in het gezin

Slide 3 - Slide

Persoonlijke uitgaven
Kleinere uitgaven bestemd voor één persoon uit een gezin.


Slide 4 - Slide

Huishoudelijke uitgaven 
Zijn de gewone uitgaven die je voor je huishouden doet.

Voorbeelden:
De boodschappen
Uitgaan 
Persoonlijke verzorging

Slide 5 - Slide

'Prioriteiten stellen' betekent:
A
Kiezen wat je het leukst vindt
B
Kiezen wat je het belangrijkst vindt
C
Kiezen wat je het lekkerst vindt
D
Kiezen wat je het stomst vindt

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen 5.2

  • Ik weet wat vaste lasten zijn
  • Ik kan voorbeelden geven van vaste lasten
  • Ik weet wat incidentele uitgaven zijn
  • Ik kan voorbeelden geven van incidentele uitgaven
  • Ik weet wat een automatisch incasso is
  • Ik weet wat duurzame gebruiksgoederen zijn

Slide 7 - Slide

uitgaven
  • Vaste lasten = uitgaven die steeds terug komen en bijna altijd even hoog zijn


  • Incidentele lasten = uitgave die je af en toe doet.

Slide 8 - Slide

Vaste lasten
  • Huur;
  • Abonnementen;
  • Gas, water en licht.



Regelmatig terugkerende uitgaven!

Slide 9 - Slide

Zijn de vaste lasten elke maand gelijk?

Slide 10 - Slide

Incidentele uitgaven
Zijn uitgaven die je niet zo vaak doet, of waarvoor je moet sparen. 

Onverwacht en onregelmatig. Het is verstandig om er geld voor te reserveren/sparen.

Voorbeelden: reparatie van de koelkast of auto, een winterjas, een verre reis of een verkeersboete.

Slide 11 - Slide

Een nieuwe jas?
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 12 - Quiz

Het kopen van een zeiljacht valt onder...
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Dagelijkse uitgaven
D
Incidentele uitgaven

Slide 13 - Quiz

Tot welke groep uitgaven behoort je abonnementskosten van je telefoon?
A
Totale uitgaven
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven

Slide 14 - Quiz

Huur valt onder
A
Vaste lasten
B
Reserveringsgeld
C
Huishoudelijke uitgaven

Slide 15 - Quiz

incidentele uitgaven
vaste uitgaven

Slide 16 - Drag question

Duurzame gebruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen = producten die een lange tijd mee gaan. (langer dan een jaar) 

Slide 17 - Slide

Verbruiksgoederen

Verbruiksgoederen worden maar 1 keer gebruikt
Bijv brood, zeep, kaas, elektrichiteit enz.

Slide 18 - Slide

Gebruiksgoederen
Verbruiksgoederen

Slide 19 - Drag question

Goederen die je meerdere keren kunt gebruiken zijn
A
verbruiksgoederen
B
gebruiksgoederen
C
goede goederen
D
langeduur goederen

Slide 20 - Quiz

automatische incasso
Toestemming geven om bedragen van je bankrekening af te schrijven.

Slide 21 - Slide

AAN HET WERK 
Huiswerk

  • Opdracht maken deze staat onder de planner . Doe je in tweetallen doorlopen van de lessonup.

Slide 22 - Slide