4TL Samenvatting hfst 9 Afweer en bescherming

Samenvatting hfst 9 afweer en bescherming
  • 9.1 De huid
  • 9.2 Infecties bestrijden
  • 9.3 Ziekten bestrijden
  • 9.4 Bloed- en orgaandonaties
  • Soa's
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Samenvatting hfst 9 afweer en bescherming
  • 9.1 De huid
  • 9.2 Infecties bestrijden
  • 9.3 Ziekten bestrijden
  • 9.4 Bloed- en orgaandonaties
  • Soa's

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat je huid?
Je huid bestaat van buiten naar binnen uit 3 lagen:

  • Opperhuid
  • Lederhuid
  • Onderhuids bindweefsel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opperhuid
De opperhuid bestaat uit 2 lagen.
  • De hoornlaag: De bovenste laag, bestaat uit dode huidcellen en slijt af. De hoornlaag beschermt je tegen ziekteverwekkers, vuil en uitdroging.
  • De kiemlaag: Zit onder de hoornlaag. Hier worden nieuwe huidcellen gemaakt. In de kiemlaag zitten ook pigmentcellen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lederhuid
In de lederhuid liggen :
Haren in de haarzakjes
  • Talgklieren
  • Zweetklieren
  • Bloedvaten
  • Zintuigen (warmte-, koude-, tast- en pijnzintuigen).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Onderhuids bindweefsel

  • In het onderhuids bindweefsel lopen zenuwen en bloedvaatjes. 

  • In het onderhuids bindweefsel is vet opgeslagen. Vet isoleert tegen de kou.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe beschermt je huid tegen zonlicht?
  • Je huid vangt ultraviolette straling (UV-straling) op uit zonlicht.

  • UV-straling kan cellen in de kiemlaag beschadigen (je kunt verbranden). De beschadigde huidcellen sterven af en na een tijdje vervel je.

  • Als de huidcellen te vaak beschadigen kan dit leiden tot huidkanker.

  • Pigmentcellen maken pigment om je te beschermen (je wordt bruin). Zo komt de UV-straling minder diep in je huid.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huid beschadiging
Als huidcellen te veel beschadigd zijn door bijv. zonlicht 

Uitzaaiing --> cellen stromen in het bloedvat en kunnen elders in lichaam opnieuw groeien

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe raak je besmet?
  • Ziekten veroorzaakt door ziekte verwekkende micro-organismen noemen we infectieziekten.
  • Infectie / besmetting: wanneer een ziekteverwekker je lichaam is binnengedrongen.
  • Je wordt niet altijd ziek. Goede weerstand: je lichaam dood de ziekteverwekkers

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat maakt je dan ziek?
Bacterie:
  • Vermeerderen door celdeling
  • Produceren giftige stoffen
Virus:
  • Dringt jouw cel binnen en maakt daar nieuwe virussen
  • Cel barst kapot (=dood) en nieuwe virussen gaan op zoek naar nieuwe cellen

Slide 11 - Slide

Je kunt uitleggen wat de verschillende soorten ziekteverwekkers in je lichaam doen waardoor je ziek wordt.
Hoe herkent je lichaam ziekteverwekkers?
Alle cellen hebben eiwitten op het celmembraan = antigenen

Je lichaam herkent welke antigenen van jou zijn (lichaamseigen) en welke antigenen dus niet (lichaamsvreemd). 

Slide 12 - Slide

Je kunt uitleggen hoe je lichaam de ziekteverwekkers kan herkennen.
Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers? 
Twee soorten witte bloedcellen:
Type 1 - neemt bacteriën op en verteert ze (ook wel vreetcellen genoemd)

Type 2 - maakt antistof die aan de antigenen van de ziekteverwekker blijft plakken zodat hij onschadelijk wordt.

Slide 13 - Slide

Je kunt uitleggen welke 2 typen witte bloedcellen er zijn en op welke manier zij ziekteverwekkers bestrijden.
Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers? 
  1. Er komen ziekteverwekkers in je lichaam.
  2. Witte bloedcel type 2 maakt een antistof (blauw) die precies past bij de antigenen (rood) van de ziekteverwekker.
  3. Deze witte bloedcellen type 2 gaan zich snel delen en samen heel veel antistof maken.
  4. De antistof koppelt aan de antigenen van de ziekteverwekker en schakelt hem uit.
  5. Witte bloedcel type 1 vreet de uitgeschakelde ziekteverwekker op.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zoveel soorten antigenen en antistoffen
Ieder soort ziekteverwekker heeft een uniek type antigeen (herkenningseiwit).

Dat betekent dat voor ieder type antigeen een apart soort antistof gemaakt moet worden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Immuun
Na een infectie maakt je geheugencellen tegen de ziekteverwekker.
Word je nog een keer besmet met dezelfde ziekteverwekker, dan herkennen deze geheugencellen de antigenen en gaan ze antistoffen maken voordat je ziek wordt

Slide 16 - Slide

Je kunt uitleggen hoe je immuun wordt.

Bijvoorbeeld : 
Waterpokken maar 1x in je leven.
De geheugencellen herkennen de antigenen van de ziekteverwekker en maken snel antistoffen. Je bent immuun.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Medicijnen tegen ziekteverwekkers
Antibiotica: werken tegen infectieziekten door bacteriën. Beschadigen de celwand, bacterie gaat dood. Bacteriën kunnen na verloop van tijd resistent worden tegen antibiotica

Virusremmers: virussen zitten in je cel, niet met medicijnen te bestrijden. Virusremmers kunnen werkingen virussen vertragen (HIV-remmers, zalfje koortslip {herpesvirus})

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Begrippenlijst

Antibiotica: medicijnen dat de groei van bacteriën remt of bacteriën doodt.

Antigeen:
Structuur aan de buitenkant van een cel. Hieraan kan een witte bloedcel zien of de cel een ziekteverwekker is of een cel van het eigen lichaam

Antistof:
Klein eiwit dat door witte bloedcellen gemaakt wordt om ziekteverwekkers uit te schakelen


leren!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Antibiotica
Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infectieziekten veroorzaakt door bacteriën. 

Antibiotica beschadigen de celwanden van bacteriën, waardoor bacteriën doodgaan. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Resistentie
Resistente bacteriën zijn ongevoelig voor antibiotica en gaan niet meer dood. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

virusremmers
Een antibiotica werkt niet bij een virus. Waarom niet?

Er bestaan wel virusremmers:
  • Kunnen verhinderen dat een virus de lichaamcel binnen kan dringen.
  • Vertraging vermeerderen van cellen 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Actieve immuniteit
Je lichaam maakt zelf antistoffen

1. Door besmetting met een ziekteverwekker.

2. Door vaccinatie met antigenen van de ziekteverwekker.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Passieve immuniteit
Je krijgt antistoffen binnen 

1. Door een injectie met antistoffen

2. Bij baby's via de moeder

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Allergie
Bij een allergie reageert een lichaam extreem gevoelig op antigenen van stoffen waar de meeste mensen normaal op reageren. 
Deze stoffen veroorzaken een afweerreactie. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Auto-immuunziekte
Bij een auto-immuunziekte maken witte bloedcellen antistoffen tegen eigen lichaamscellen. 

Voorbeelden zijn diabetes type 1 (jeugddiabetes) en reuma


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Bloedtransfusie
Wat wordt gebruikt van een donorbloed?

  • Rode bloedcellen (voor hemoglobine: na veel bloedverlies) 
  • Bloedplasma (voor stollingseiwitten en antistoffen: bij brandwonden, ernstige infecties, hemofilie) 
  • Bloedplaatjes (bij leukemie) 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Verschillende bloedgroepen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Je lichaam maakt antistoffen tegen antigenen die jij niet hebt

Bloedgroep A - anti-B

Bloedgroep B - anti-A

Bloedgroep AB - geen antistoffen

Bloedgroep O - anti-A en anti-B


Krijg je het verkeerde bloed bij een bloedtransfusie dan klontert het bloed samen, de patiënt kan dan doodgaan.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Bloedgroepbepaling
3 x testserum:
serum met anti-A
serum met anti-B
serum met antiresus

1 druppel serum met 1 druppel bloed en goed mengen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Andere bloedgroepen
Wat zegt de + of - ?

Naast de A, B, O bloedgroepen, is er ook een Resusfactor.

Onze bloedcellen kunnen ook het resusantigeen hebben. Je bent dan Rh+.

Wanneer je geen resusantigenen hebt ben je Rh-.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Resusfactor bij zwangerschap
resuskindje!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn soa's?
SOA = Seksueel Overdraagbare Aandoening
Heet ook wel geslachtsziekte

Een soa kan veroorzaakt worden door:
- Bacterie
- Schimmel
- Virus

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn soa's?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je besmet raken met een soa?
Door vaginale, anale of orale geslachtsgemeenschap

Sommige soa's kun je ook op andere manieren krijgen (bijvoorbeeld hiv/aids)
- Via bloed (besmette drugsnaald, piercing of tatoeage)
- Via moeder op kind, tijdens de zwangerschap, geboorte of borstvoeding

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je doen met een SOA
Heb je klachten (afscheiding, jeuk, pijn of zweertjes)?
Doe een SOA test
Ga naar de huisarts of GGD

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Hoe voorkom je een soa?

Door veilig te vrijen.




Dit doe je door een condoom te gebruiken

Slide 39 - Slide

This item has no instructions