Spaans cohort 2019-2020 Velp semana 5.2

semana 5.2     Hoy es jueves
programa de hoy
vocabulario de esta mañana
rollenspel 4.13 p. 73
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

semana 5.2     Hoy es jueves
programa de hoy
vocabulario de esta mañana
rollenspel 4.13 p. 73

Slide 1 - Slide

repaso de esta mañana

una cosa que....
te encanta
te gusta
te da igual
no te gusta
odias
me encanta = ik vind .... geweldig
me gusta =  ik vind ... leuk
me da igual =  maakt me niet uit
no me gusta.... = ik vind... niet leuk
odio = ik haat....


Slide 2 - Slide

Practicamos el vocabulario de esta mañana
coge tu movil y ve al app
lessonup-app

Slide 3 - Slide

¿Qué significa?

Me encanta
A
ik vind het leuk
B
ik vind het geweldig
C
maakt me niet uit
D
ik vind het vreselijk

Slide 4 - Quiz

¿Qué significa?

los perros
A
de insecten
B
de vliegen
C
de katten
D
de honden

Slide 5 - Quiz

¿Qué significa?

me da igual
A
ik haat het
B
ik vind het leuk
C
ik vind het geweldig
D
het blijft me gelijk

Slide 6 - Quiz

¿Qué significa?

correr
A
drinken
B
koken
C
rennen
D
lezen

Slide 7 - Quiz

¿Qué significa?

la lluvia
A
de wind
B
de sneeuw
C
de regen
D
de mist

Slide 8 - Quiz

¿Qué significa?

leer
A
vliegen
B
rennen
C
lezen
D
koken

Slide 9 - Quiz

¿Qué significa?

cocinar
A
vegen
B
koken
C
roken
D
opstaan

Slide 10 - Quiz

¿Qué significa?

madrugar
A
vroeg opstaan
B
laat opstaan
C
opstaan
D
grootmoeder

Slide 11 - Quiz

¿Qué significa?

dibujar
A
vliegen
B
praten
C
tekenen
D
eten

Slide 12 - Quiz

¿Qué significa?

viajar
A
vliegen
B
reizen
C
kopen
D
eten

Slide 13 - Quiz

Vervoeg het werkwoord odiar
nosotros _______ bailar.

A
odio
B
odiáis
C
odian
D
odiamos

Slide 14 - Quiz

Wij houden van dansen.
A
Nos gustan bailar
B
Nos gusta bailar
C
Gustamos bailar
D
nos gustar bailar

Slide 15 - Quiz

Vul in:
A mí ...........................(gustar) la madre de Juan.
A
me gusto
B
me gusta
C
me gustan
D
me gustas

Slide 16 - Quiz

(Yo) ...... ............ un chico moreno
A
me gusta
B
me gustan
C
me gusto
D
me gustar

Slide 17 - Quiz

Vul in:
A mí ........................... la fruta.
A
me encanto
B
me encanta
C
me encantas
D
me encante

Slide 18 - Quiz

Vervoeg het werkwoord GUSTAR:
A mi hermano ___ ________ los perros
A
le gusta
B
le gustan
C
se gusta
D
se gustan

Slide 19 - Quiz

Wat is de vertaling van:
odiar
A
heel leuk vinden
B
winkelen
C
een hekel hebben aan
D
langsgaan, langskomen

Slide 20 - Quiz

p. 73 rollenspel
en parejas
wie werkt met wie?

Slide 21 - Slide

huiswerk dinsdag 12 januari 
groep 1
p. 74-75 leren woordenschat
gesprekjes 

Slide 22 - Slide