Lesson 1 (2)

Today 

  1. StudyGo!
  2. Homework check (last Friday)
  3. Grammar: to be going to (herhaling) / some & any (uitleg)
  4. Practise
  5. (Home)work
  6. Looking back
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Today 

  1. StudyGo!
  2. Homework check (last Friday)
  3. Grammar: to be going to (herhaling) / some & any (uitleg)
  4. Practise
  5. (Home)work
  6. Looking back

Slide 1 - Slide


Aan het einde van deze les..
  1. ... heb je 'to be going to' herhaald. 
  2. ...weet je wanneer je 'some' of 'any ' moet gebruiken.
  3. .. kun je 'some, any' en alle samenstellingen daarmee op de juiste manier gebruiken in een Engelse zin. 

Slide 2 - Slide

timer
5:00

Slide 3 - Slide

3. Homework check

Homework was:
  • exc. 5 t/m 8 

Please, open p.54

Check together:
exc. 6/7/8

Slide 4 - Slide

Herhaling
'To be going to'

Slide 5 - Slide

'To be going to'
Werkvorm Brein, boek, buddy













Klassikale check met random beurten.
timer
2:00
Brein:
Bedenk in 1 minuut  wat de juiste antwoorden op de vragen zijn. Schrijf deze op je handout.
Boek:
Vul je blad in 1,5 minuut aan met aantekeningen. 
Buddy:
Wissel de aantekeningen op je blad in 2 minuten uit met je buddy. Vul je eigen blad eventueel aan. 
Vragen:
  1. Wanneer gebruik je 'to be going to'?
  2. Welke 'alarmbellen' moeten er gaan rinkelen als je ziet dat je 'to be' in 'to be going to' moet gebruiken'?
  3. Welke vormen van 'to be' ken je in de tegenwoordige tijd?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Some & any 
Please, take out your notebook

Slide 8 - Slide

Wat betekenen 'some & any'?


Eigen denktijd          random beurten
timer
0:30

Slide 9 - Slide

Some & any
betekenen allebei 'een paar' of 'een beetje'
Hoe weet je dan wanneer je welke moet gebruiken? 

Slide 10 - Slide

Dat heeft te maken met het soort zinnen. 
Welke soorten zijn er ook alweer?

Eigen denktijd          random beurten
timer
0:30

Slide 11 - Slide

Bevestigende zin (+)

Altijd some

I have some homework to do
Ontkennende zin (-)

Altijd any

I don't have any homework to do





Vragende zin (?)

Verwacht je het antwoord JA, (je biedt iemand iets aan of doet een verzoek) dan some.

Would you like some water?

Verwacht je het antwoord NEE (of twijfel je?), dan any

Is there any milk left?



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Samenstellingen 
Voor alle samenstellingen die je met some & any kunt maken, gelden dezelfde regels. 
  • (+) some
  • (-) any
  • (?) JA: some
  • (?) NEE: any

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Together!
Als je de beurt krijgt, leg je uit waarom er 'some'  of  any'  in de zin staat. 
  1. I bought some apples at the market this morning.
  2. Do you have any questions about the homework?
  3. We don’t have any sugar left, so we need to buy more.
  4. There are some beautiful flowers in the garden.
  5. She didn’t see any friends at the party last night.

Slide 16 - Slide

In pairs!
Kies tussen some of any, of een samenstelling zoals someone, something, somewhere, anyone, anything, anywhere.

Overleg met elkaar en kom tot het juiste antwoord. Noteer het antwoord in je schrift. 

Als je de beurt krijgt, leg je je antwoord uit.
 
  1. There is ___ milk left in the fridge.
  2. I couldn’t find my keys ___ .
  3. Would you like ___ tea?
  4. She didn’t see ___ she knew at the party.
  5. We need to buy ___ bread for breakfast.
  6. Is there ___ in the garden? I heard a noise.
  7. I don’t have ___ idea what you’re talking about!
  8. Let’s go ___ nice for dinner tonight.
  9. Do you have ___ friends in this city?
  10. There’s ___ knocking at the door.
timer
5:00
Check together: Random beurten

Slide 17 - Slide

Yourself!
  1. I’m hungry. Is there ___ to eat?
  2. She didn’t tell me ___ about the trip.
  3. I met ___ interesting at the conference yesterday.
  4. We don’t have ___ eggs left, so we can’t bake a cake.
  5. Can I have ___ water, please?
  6. I looked for my phone, but I couldn’t find it ___ .
  7. There are ___ cookies in the jar if you want one.
  8. Did you see ___ you know at the event?
  9. Let’s go ___ else. This café is too crowded.
  10. I need to buy ___ new clothes for the summer.
timer
5:00
Check together: Random beurten
Kies tussen some of any, of een samenstelling zoals someone, something, somewhere, anyone, anything, anywhere.

Noteer het antwoord in je schrift. 

Als je de beurt krijgt, leg je je antwoord uit.
 

Slide 18 - Slide

Ik kan 'some, any' en alle samenstellingen daarmee op de juiste manier gebruiken in een Engelse zin. 
Je kunt uitleggen wanneer je de future tense met 'will' moet gebruiken.

Slide 19 - Slide

5. (Home)work


Tuesday,  March 18 th:
Maken:
  • exc. 9 t/m 11 (p.56 t/m 58)
    Markeer bij opdracht 11 de zinnen uit de tekst waar je het antwoord kunt vinden.

Leren
  • words lesson 1 (p.170)

  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tijd tot afsluiting van de les.
  • Muziek mag
  • Klaar? StudyGo!

Slide 20 - Slide