1E - Nederlands - Woordenschat hs 1

Goedemorgen klas 1E

Vandaag...

- Woordenschat hoofdstuk 1

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen klas 1E

Vandaag...

- Woordenschat hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

De wolf is permanent aanwezig in Nederland

Slide 2 - Slide

De ondergepoepte vogels staan duidelijk onderaan in de hiërarchie.

Slide 3 - Slide

Doelen Woordenschat hs 1

- ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een synoniem


- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 4 - Slide

Synoniem

Twee verschillende woorden die precies hetzelfde betekenen.


patat - friet

Slide 5 - Slide

woordraadstrategie synoniem
Ken je een woord niet? Zoek naar een synoniem in een tekst.
Bijvoorbeeld: exact = precies

Hoe vind je een synoniem?
- lees in dezelfde zin, lees de zin ervoor, lees de zin erna
- lees in de andere (volgende) alinea

Slide 6 - Slide

SYNONIEM - voorbeelden


zelfstandig - op zichzelf

chaos - puinhoop

boete - bekeuring

liegen - jokken

schrijver - auteur

Slide 7 - Slide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden of zinnen rondom het nieuwe
    woord.


  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.


  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem (een ander woord dat bijna hetzelfde betekent)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld gebruiken context



'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit
te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'




Slide 9 - Slide

Uitleg voorbeeld
'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit
te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'

Door de rest van de eerste zin begrijp je dat je
bij een opticien brillen kunt kopen. 

In de tweede zin staat een synoniem
voor opticien: brillenwinkel

Slide 10 - Slide

weerzin

relatie
verdediging
genegenheid
observeren
waarnemen
weerzin

defensie
sympathie
band

Slide 11 - Drag question

Synoniem voor:
meteen
A
later
B
morgen
C
direct
D
volgend jaar

Slide 12 - Quiz

Synoniem voor:
verwijderen
A
laten zitten
B
doorlopen
C
weghalen
D
breder maken

Slide 13 - Quiz

Synoniem voor:
Mengen
A
weggooien
B
knoeien
C
regelen
D
mixen

Slide 14 - Quiz

Synoniem voor:
detail
A
groot onderdeel
B
gedeelte
C
klein onderdeel
D
precies werk

Slide 15 - Quiz

Wat is een synoniem van ontvreemden?
A
stelen
B
onbekenden
C
dieven
D
ontdekken

Slide 16 - Quiz

Wat is een synoniem van berouw?
A
durf
B
beraad
C
spijt
D
brouwen

Slide 17 - Quiz

Wat is een synoniem van alert?
A
attent
B
aardig
C
oplettend
D
werkelijkheid

Slide 18 - Quiz

Wat is een synoniem van lokaal?
A
plaatselijk
B
regionaal
C
landelijk
D
provinciaal

Slide 19 - Quiz

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 20 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de "context"

Slide 21 - Open question

Klascode Lessonup
- klik op het menuutje links bovenin je scherm

- kies voor 'code invoeren'

- voer de volgende code in: tonhb

- nog niet geregistreerd? Doe dit dan eerst

Slide 22 - Slide