Caesar De bello Gallico VI, 16

Caesar De bello Gallico VI, 16
1 / 12
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Caesar De bello Gallico VI, 16

Slide 1 - Slide

1 Natio est omnis Gallorum admodum dedita religionibus
est dedita is een:
A
PPP
B
3e ev imperfectum passief
C
3e ev perfectum passief
D
PPA

Slide 2 - Quiz


2 atque ob eam causam, qui sunt adfecti gravioribus morbis quique in proeliis periculisque versantur, aut pro victimis homines immolant aut se immolaturos vovent
Wanneer brengen de Galliers mensenoffers?

A
wanneer ze ziek zijn
B
wanneer ze in gevaar zijn
C
als ze in gevecht zijn
D
als de offerdieren op zijn

Slide 3 - Quiz



2 atque ob eam causam, qui sunt adfecti gravioribus morbis quique in proeliis periculisque versantur,
Wat wordt bedoeld met eam causam?

A
de rechtspraak bij de Galliers
B
hun toewijding aan het geloof
C
dat de offerdieren op zijn

Slide 4 - Quiz

4...pro vita hominis nisi hominis vita reddatur...
Welk stijlfiguur zien we hier?
A
asyndeton
B
chiasme
C
polysyndeton
D
anafoor

Slide 5 - Quiz

5 publiceque eiusdem generis habent instituta sacrificia.
Wat kun je uit deze opmerking opmaken?

A
offers zijn alleen openbaar
B
offers zijn alleen prive
C
offers zijn zowel publiek als prive
D
offers zijn vastgelegd in de wet

Slide 6 - Quiz

7 Alii immani magnitudine simulacra habent,
Wie zijn alii?
A
Romeinen
B
Germanen
C
alle Galliers
D
niet alle Galliers

Slide 7 - Quiz

7 quorum contexta viminibus membra vivis hominibus complent.
Wat is waar?

A
Ze vullen poppen met wilgentwijgen
B
ze vullen de poppen met ledematen
C
de poppen hebben geen ledematen
D
de poppen zijn gemaakt van wilgenhout

Slide 8 - Quiz

8 Quibus succensis circumventi flamma exanimantur homines.
Wat is waar?
A
succensi en circumventi zijn beiden ablativus
B
succensi en circumventi zijn beiden PPA
C
succensi is een PPA en circumventi PPP
D
quibus is onderdeel van een abl.abs.

Slide 9 - Quiz

8 Quibus succensis circumventi flamma exanimantur homines.
Wie/wat is quibus?
A
de menselijke offers
B
de beelden
C
de vlammen
D
de ledematen

Slide 10 - Quiz

9 Supplicia eorum qui in furto aut in latrocinio aut aliqua noxia sint comprehensi gratiora dis immortalibus esse arbitrantur
Wat is waar?
A
goden hebben het liefst onschuldige mensen als offer
B
goden maakt het niet uit welke offers ze krijgen
C
misdadigers vallen het meest in de smaak bij goden
D
misdadigers willen zelf liever geofferd worden

Slide 11 - Quiz

10 innocentium supplicia descendunt.
Wat kun je afleiden aan descendunt
A
Volgens Caesar zijn de beelden zijn hoog
B
onschuldige mensen verlagen zich niet tot offers
C
Caesar vindt offers minderwaardig
D
Caesar minacht het offeren van onschuldigen

Slide 12 - Quiz