woordenschat NT2 vmbo

woordenschat NT2 vmbo
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

woordenschat NT2 vmbo

Slide 1 - Slide

het weer

Slide 2 - Slide

hoe heet het?

Slide 3 - Slide

Hoe zeg je het?
de regen - het regent
de zon - het is zonnig - de zon schijnt

Slide 4 - Slide

Woordenzee: welk tweetal wint?
-2 minuten
-in tweetallen
-zoveel mogelijk woorden over het weer
-na 2 minuten: nakijken door een andere groep

Slide 5 - Slide

Bonusvragen
Wat betekent: het miezert?
Wat betekent: het dooit?

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
-eigen boek/vak
-opdrachten lezen + maken
-Onderstreep moeilijke woorden + schrijf op/ zoek op
-stel vragen!
-noteer de woorden + betekenis


Slide 7 - Slide

Samen!
Ieder schrijft één woord op het bord
Laat de anderen de betekenis geven
Klopt het?
Schrijf woord + betekenis op

Slide 8 - Slide

Biologie: Wat is een geraamte?
A
een spier
B
een skelet
C
een bot
D
een schedel

Slide 9 - Quiz

wiskunde: wat is diagonaal?
A
van links naar rechts
B
van rechts naar links
C
van boven naar beneden
D
schuin

Slide 10 - Quiz

Algemeen: troebel
A
oud
B
lelijk
C
ondoorzichtig
D
vies (smaak)

Slide 11 - Quiz

Volgende week
Breng een boek van een ander vak  mee! 

Slide 12 - Slide