4.6 Reageren met hormonen (2021)

4.6 Reageren met hormonen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4.6 Reageren met hormonen

Slide 1 - Slide

4.6 Leerdoelen
  • Je weet hoe hormonen werken (bron2)
  • Je kent de namen en functies  van de hormonen(bron3)

Slide 2 - Slide

4.6 Begrippenlijst
  • hormonen -hormoonklieren
  • Hypofyse (groeihormoon)-schildklier-eilandjes van Langerhans (insuline-glucagon)-bijnieren (adrenaline)-eierstokken (oestrogeen)-zaadballen/teelballen (testosteron)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide



Wat is er bijzonder aan de werking van een hormoonklier in vergelijking met andere klieren?

Slide 7 - Slide

Wat zijn hormonen?
A. regelstoffen / B. voedingsbestandsdelen
C. geslachtskenmerken / D. klieren
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Klieren

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van hormonen?
A. werking van specifieke organen regelen
B. voor de voeding van hormoonklieren zorgen
C. zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 9 - Quiz

Welke hormoonklier maakt hormonen die de werking van de eierstokken beïnvloeden?
A. alvleesklier / B. hypofyse
C. schildklier / D. bijnier

A
Alvleesklier
B
Hypofyse
C
Schildklier
D
Bijnier

Slide 10 - Quiz

Stelling: hormonen werken sneller dan impulsen
A. juist / B. onjuist
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Hebben hormoonklieren afvoerbuizen?
A. Nee, ze geven de hormonen rechtstreeks aan de doelcellen
B. Nee, ze geven hormonen rechtstreeks aan het bloed af
C. Nee, hormonen gaan via de zenuwen naar de hersenen
D. Ja, ze hebben afvoerbuizen
A
Nee, ze geven de hormonen rechtstreeks aan de doelcellen
B
Nee, ze geven hormonen rechtstreeks aan het bloed af
C
Nee, hormonen gaan via de zenuwen naar de hersenen
D
Ja, ze hebben afvoerbuizen

Slide 12 - Quiz

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A. adrenaline in je bloed
B. hoeveelheid suiker in je bloed
C. de groeispurt in de puberteit / D. de verbranding
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 13 - Quiz

Waar liggen de eilandjes van Langerhans en wat maken ze?
A. alvleesklier, insuline en glucagon
B. alvleesklier; glycogeen
C. schildklier; insuline en glucagon
D. schildklier; glycogeen
A
alvleesklier; insuline en glucagon
B
alvleesklier; glycogeen
C
schildklier; insuline en glucagon
D
schildklier; glycogeen

Slide 14 - Quiz

Geef bij elke hormoonklier de naam en het hormoon die deze klier produceert
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen
Hypofyse
Schildklier
Bijnier
Alvleesklier
Teelbal
Eierstok

Slide 15 - Drag question

HORMOONSTELSEL
ZENUWSTELSEL
snel
langzaam
impulsen
via bloed
kort
langdurig
via zenuwen
hormonen

Slide 16 - Drag question

4.6 (huis)werk
M WB 4.5: opdr. 2 t/m 15 en
Onderzoek boekje zintuigen  inleveren 

Slide 17 - Slide

Oefentoets
Er volgen nu twee linkjes
Linkje 1: oefentoets Regeling (zenuwstelsel/reflex/hormonen etc.)
Linkje 2: oefentoets Zintuigen (oog/oor/neus etc.)

Wat ga je doen?
Stap 1: kies een linkje
Stap 2: maak de oefentoets
Stap 3: maak een screenshot van het eindresultaat
Stap 4: stuur de screenshot op via Teams

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link