What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
01. H8.1 Over de grens (26-5-25)
H8 Het buitenland
B: 8.1) Nederland en het buitenland
KGT: 8.1) Over de grens
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H8 Het buitenland
B: 8.1) Nederland en het buitenland
KGT: 8.1) Over de grens
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 1 - Slide
Vandaag
Hoofdstuk 8 paragraaf B:1 / KGT: 1
Vragen beantwoorden
Huiswerk
Slide 2 - Slide
Rekentrainer
Controleren
Slide 3 - Slide
Volgorde hoofdstuk 8
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 3
§ 4
§ 4
§ 3+5
§ 5
§ 6
26-5
27-5
2-6
3-6
16-6
17-6
Maandag 24 juni
Toets hoofdstuk 8
Slide 4 - Slide
Doel BKGT §1
B) Ik kan uitleggen hoe de handel tussen Nederland en het buitenland werkt.
KGT) Ik kan de voor- en nadelen van
import en export benoemen.
Slide 5 - Slide
Wanneer je een telefoonhoesje koopt bij Ome Aliexpress, waar gaat dan het telefoonhoesje naartoe?
Vraag
A
Nederland
B
China
Slide 6 - Quiz
Wanneer je een telefoonhoesje koopt bij Ome Aliexpress, waar gaat dan het geld naartoe?
Vraag
A
Nederland
B
China
Slide 7 - Quiz
Import
Import
(invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Wat kan een voordeel zijn van import voor Nederlandse consumenten.
Slide 10 - Open question
Wat zijn redenen om te importeren?
A
Goedkopere prijs
B
Betere kwaliteit van het product
C
De grondstoffen zijn er niet in je eigen land.
D
Het klimaat is beter in een ander land voor het product.
Slide 11 - Quiz
Wanneer Nederland kaas verkoopt aan Duitsland. Waar gaat dan het geld naartoe?
Vraag
A
Nederland
B
Buitenland
Slide 12 - Quiz
Wanneer Nederland kaas verkoopt aan Duitsland. Waar gaat dan de kaas naartoe?
Vraag
A
Nederland
B
Buitenland
Slide 13 - Quiz
Export
Export
(uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland
Slide 14 - Slide
Sleep de gebeurtenissen in het juiste vak.
import
export
Ik ben op vakantie in Frankrijk.
DSM verkoopt plastic aan Duitsland.
Een zakenman uit de VS logeert in het Amstel Hotel.
Je koopt iets bij Ali Express.
Slide 15 - Drag question
Waarom zorgt veel export in NL ervoor dat bedrijven meer winst maken?
Slide 16 - Open question
Waarom zorgt veel export in NL ervoor dat er meer werk is in NL?
Slide 17 - Open question
Wat hebben de blauwe landen gemeen?
Slide 18 - Slide
Wat hebben de rode landen gemeen?
Slide 19 - Slide
Eurozone
Wat hebben de rode landen gemeen?
Slide 20 - Slide
Zelfstandig werken
Het huiswerk
voor woensdag 14 juni:
maken 8.1, 1 t/m 5 en 7 t/m 11.
Rust
ig
overleggen met de buurman
of buurvrouw mag.
(Als het te onrustig is, een stilteblok)
Je krijgt hier ongeveer tot 15 minuten tot het einde van de les.
Slide 21 - Slide
Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
Een berekening geef
De eenheid erbij zet: €
Een komma zet ipv een punt
2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer 8.1: Je kan een buitenlands product omrekenen naar euro's.
Slide 22 - Slide
Rekentrainer
Rekenen met vreemd geld.
Voor elk soort geld is er een wisselkoers.
- Omrekenen van vreemd geld in euro’s:
vreemd geld × WK = euro’s
Van CHF naar €
CHF bedrag x koers = € bedrag
- Omrekenen van euro’s in vreemd geld:
euro’s : WK = vreemd geld
Van € naar CHF
€ bedrag : koers = CHF bedrag
Voorbeeld
- Van vreemd geld naar euro’s:
De wisselkoers van de Zwitserse frank is € 0,92.
Dan kosten honderd Zwitserse franken:
100 × € 0,92 = € 92
- Van euro’s naar vreemd geld:
De wisselkoers van de Zwitserse frank is € 0,92.
Dan krijg je voor 100 euro’s:
100 : € 0,92 = 108,70 Zwitserse franken
Tabel
Slide 23 - Slide
De koers van de dollar in euro's:
$ 1 = € 0,90
Bereken de koers van de euro's in dollars.
A
$ 0,90
B
$ 1,00
C
$ 1,01
D
$ 1,11
Slide 24 - Quiz
1$(dollar) is 0,81 euro
Hoeveel dollar is 86 euro?
A
69,66 dollar
B
86,81 dollar
C
92,45 dollar
D
106,17 dollar
Slide 25 - Quiz
1 euro = 1,05 dollar
Hoeveel euro is 1 dollar?
A
0,95 euro
B
1,05 euro
C
1,05 dollar
D
0,95 dollar
Slide 26 - Quiz
De wisselkoers van één euro is $ 1,20. Hoe groot is de wisselkoers van één dollar in euro's?
A
$ 1 = € 0,78
B
$ 1 = € 0,80
C
$ 1 = € 0,83
D
$ 1 = € 0,95
Slide 27 - Quiz
Als de waarde van een euro gisteren
1 dollar was is en nu 1,30 dollar, dan is de wisselkoers van de euro:
A
gestegen
B
gedaald
Slide 28 - Quiz
Antwoord lesdoel(en)
Slide 29 - Open question
B
Leren en maken:
Hoofdstuk 8 paragraaf 1
KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 8 paragraaf 1
Huiswerk
Slide 30 - Slide
Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Les 3: Paragraaf 5.5 en 5.6
November 2022
- Lesson with
33 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Wisselkoers
July 2023
- Lesson with
36 slides
Internationale Handel
MBO
Studiejaar 2
Les 3: Paragraaf 5.5 en 5.6
October 2023
- Lesson with
28 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
7.1 Wat voeren we uit?
January 2019
- Lesson with
47 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
5.5 en 5.6 samen
January 2024
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
§5.1 Nederland handelsland
November 2022
- Lesson with
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Pc 6 Wisselkoersen en internationale concurrentiepositie
December 2022
- Lesson with
22 slides
Maatschappijwetenschappen
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3.4 Banken doen meer
September 2018
- Lesson with
40 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld