oefenen snelheid berekenen

Snelheid
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Snelheid

Slide 1 - Slide

Rekenen met snelheid
Werk ALTIJD met het 5 stappenplan!
Oefen goed met de formule: 
                                                          Snelheid = afstand : tijd
Werk ALTIJD met een rekenmachine!!
Leer het omrekenen van de eenheden uit je hoofd!!!

Slide 2 - Slide

Snelheid, afstand of tijd berekenen
gemiddelde snelheid = afstand / tijd
afgelegde afstand = snelheid x tijd
tijd = afstand / snelheid

Slide 3 - Slide

Eenheden moeten bij elkaar passen
Eenheden moeten bij elkaar passen: 

Deze horen bij elkaar:
Snelheid = km/h
Afstand = km
Tijd = h
Deze horen bij elkaar:
Snelheid = m/s
Afstand = m
Tijd = s

Slide 4 - Slide

Eenheden moeten bij elkaar passen
Als ze niet bij elkaar passen? dan moet je ze omrekenen!!!

Deze horen bij elkaar:
Snelheid = km/h
Afstand = km
Tijd = h
Deze horen bij elkaar:
Snelheid = m/s
Afstand = m
Tijd = s

Slide 5 - Slide

Omrekenen tijd.

Slide 6 - Slide

Omrekenen tijd.

Slide 7 - Slide

Vind je omreken van tijd moeilijk???
Maak via de site op de volgende pagina oefensommen
Door veel oefensommen 
te maken, wordt het steeds 
makkelijker!!

klik alles aan zoals op 
het plaatje hiernaast

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Omrekenen snelheid.

Slide 10 - Slide

Vind je omreken van 
snelheid moeilijk???

Maak via de site op de 
volgende pagina oefensommen
Door veel oefensommen 
te maken, wordt het steeds makkelijker!!

Klik aan zoals op de foto hiernaast
staat aangegeven

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

5 stappen plan
Je werkt bij natuurkunde altijd volgens het 5 stappenplan.
Dit zijn de stappen:
1  gevraagd.
2 gegeven
3 formule
4 invullen / berekenen
5 antwoord

Slide 13 - Slide

5 stappen plan: stap 1
Haal uit de tekst, wat je wilt weten.
Schrijf dit volledig op 

Stap 1: gevraagd: De snelheid
Voorbeeld som:
Guillermo haast zich naar school, want hij is te laat opgestaan. Hij woont 4 kilometer van school af. Hij doet hier 30 minuten over. Hoe snel heeft Guillermo gelopen?

Slide 14 - Slide

5 stappen plan: Stap 2
Haal uit de tekst wat er al gegeven is (wat je al weet)
Schrijf dit op.  Zorg ervoor dat de eenheden
bij elkaar horen!!! 
Stap 2:
gegeven:  afstand = 4 km
                      tijd          = 30 minuten  => dit moet uur worden
                                                                     => dus delen door 60
                      tijd          = 30 : 60 = 0.5 h
Voorbeeld som:
Guillermo haast zich naar school, want hij is te laat opgestaan. Hij woont 4 kilometer van school af. Hij doet hier 30 minuten over. Hoe snel heeft Guillermo gelopen?
Eenheden moeten bij elkaar horen, anders kan je niet rekenen.
Dus: 
Km/h hoort bij km en bij h
M/s hoort bij m en bij s
Staat het er anders? dan moet je omrekenen!!!

Slide 15 - Slide

5 stappen plan: Stap 3
Nu schrijf je de formule op. Als je niet meer weet hoe je met de driehoek-truc de formule kan veranderen, kijk dan eerst het volgende filmpje:



Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

oefenen driehoek-truc
Je hebt op de volgende pagina een formule voor snelheid
Zet deze in de driehoek.

Slide 18 - Slide

De formule is:
Snelheid = afstand : tijd
Snelheid
Tijd
Afstand

Slide 19 - Drag question

5 stappen plan: Stap 3
Formule!!!
Stap 1:  gevraagd: snelheid = ?
Stap 2:gegeven:   afstand = 4 km
                                     tijd = 0.5 h
Stap 3:  Snelheid = afstand : tijd




Slide 20 - Slide

5 stappen plan: Stap 4
Invullen!!!
Stap 1: gevraagd: snelheid = ?
Stap 2:gegeven: afstand = 4 km
                                     tijd = 0.5 h
Stap 3: Snelheid = afstand : tijd
Stap 4: Snelheid = 4 km : 0.5 h

Slide 21 - Slide

5 stappen plan: Stap 5
Uitrekenen!!
Stap 1: gevraagd: snelheid = ?
Stap 2:gegeven: afstand = 4 km
                                     tijd = 0.5 h
Stap 3: Snelheid = afstand : tijd
Stap 4: Snelheid = 4 km : 0.5 h
Stap 5: Snelheid = 8 km/h

Eenheid!!!
vergeet de eenheid niet! 
Als je die vergeet kost het je een punt!!

Slide 22 - Slide

Oefensommen
Als je sommen wilt oefenen, kan dat met de website op de volgende pagina.
Klik alles aan zoals op het plaatje.
Je kunt dan sommen zien.
Je hoeft ze niet allemaal te maken.

Je kunt het antwoord ook zien,
dus controleer of je het goed 
gedaan hebt!!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link