Verbetervoorstellen

Verbetervoorstellen 
Uitgangssituatie/probleemomschrijving (Ist)
Doelen/verwachting (Soll)
Resultaat (= doelstellingen)
Randvoorwaarden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verbetervoorstellen 
Uitgangssituatie/probleemomschrijving (Ist)
Doelen/verwachting (Soll)
Resultaat (= doelstellingen)
Randvoorwaarden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Je weet waar een verbetervoorstel aan moet voldoen. 
  • Je weet hoe je de huidige situatie v/e probleem moet omschrijven
  • Je weet te omschrijven wat je met je verbetervoorstel wilt bereiken.
  • Je kunt een doelstelling formuleren.
  • Je kent de randvoorwaarden die bij de planning en de uitvoering van belang zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Uitgangssituatie/probleemomschrijving (Ist)
8 W-vragen 
  1. Wie 
  2. Waardoor 
  3. Wat 
  4. Waarom
  5. Wiens
  6. Welke
  7. Waar
  8. Wanneer 

Wie betreft het probleem?
Voorbeelden: medewerkers (intern), relaties (extern)? Let op: hou het zakelijk, wordt niet persoonlijk!
Waardoor wordt het probleem veroorzaakt?
Voorbeelden: medewerkers (intern), relaties (extern), nieuwe wetgeving, ontwikkelingen in de maatschappij? Let op: hou het zakelijk, wordt niet persoonlijk!
Wat betreft het probleem?
Voorbeelden: producten, diensten, processen?
Waarom is het een probleem?
Voorbeelden: worden doelstelling(en) niet behaald? Wordt de continuïteit bedreigd?
Wiens  budget wordt door het probleem geraakt?
Voorbeelden: budgethouder?
Welke middelen zijn met het probleem gemoeid?
Voorbeelden: tijd, geld, databases, informatie(systemen)?
Waar wordt het probleem gevoeld?
Voorbeelden: afdelingen, locaties?
Wanneer gaat het probleem gevoeld worden of sinds wanneer wordt het probleem gevoeld?
Voorbeelden: kalenderjaar, boekjaar, budgetperiode?

Slide 3 - Slide

Beschrijf de huidige situatie. Doe dit aan de hand van een aantal van de onderstaande 8 W-vragen die voor jou relevant zijn. Handel hierbij vanuit een probleemgerichte mindset.
Doelen/verwachting (Soll)
Beschrijf wat je met het verbetervoorstel wilt bereiken:

Hoe moet de nieuwe situatie worden of hoe zou je het willen dat het wordt?


Slide 4 - Slide

Beschrijf wat je met het verbetervoorstel wilt bereiken. Wat is het positieve resultaat als datgene wat je wil, daadwerkelijk wordt uitgevoerd? Doe dit aan de hand van de beantwoording van een aantal relevante 8 W-vragen (zie bovenstaand) en denk hierbij vooral in oplossingsrichtingen. 
Resultaat (= doelstellingen)
De beoogde resultaten dienen te worden weergegeven in doelstellingen.

Dit doe je a.d.h.v.d. SMART factoren!



Slide 5 - Slide

Beschrijf wat je met het verbetervoorstel wilt bereiken. Wat is het positieve resultaat als datgene wat je wil, daadwerkelijk wordt uitgevoerd? Doe dit aan de hand van de beantwoording van een aantal relevante 8 W-vragen (zie bovenstaand) en denk hierbij vooral in oplossingsrichtingen. 
Randvoorwaarden - GOKTI
Geld: hoeveel gaat het verbetervoorstel naar verwachting kosten?

Organisatie: welke afdelingen/medewerkers dienen mee te werken aan het verbetervoorstel?

Kwaliteit: welke interne/externe kwaliteitsaspecten dienen te worden bewaakt

Tijd: hoeveel tijd (en daarmee geld; zie eerste aspect) zal er naar verwachting in het verbetervoorstel geïnvesteerd moeten worden? Hoelang duurt de uitvoering?

Informatie: tot welke informatie, databases en informatieverwerkende processen dient toegang te worden verkregen om het verbetervoorstel te doen slagen?
 

Slide 6 - Slide

Beschrijf wat je met het verbetervoorstel wilt bereiken. Wat is het positieve resultaat als datgene wat je wil, daadwerkelijk wordt uitgevoerd? Doe dit aan de hand van de beantwoording van een aantal relevante 8 W-vragen (zie bovenstaand) en denk hierbij vooral in oplossingsrichtingen. 
Stel je bent accountmanager en jouw doel is om €100.000,- per jaar te verkopen. 

Specifiek is: het bedrag dat je wilt verkopen. Het is Meetbaar. Ik ga ervan uit dat het een aanvaardbaar en realistisch doel is. En het is ook tijdgebonden.

Ben je er nu? 

Voorbeeld van een doelstelling

Slide 7 - Slide

This item has no instructions



Nee, dat doel is veel te groot!

Het grote doel moet onderverdeeld worden naar kleine acties.  



Voorbeeld van een doelstelling

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

 Bijvoorbeeld:
 
  •     Per week bel je 100 relaties
  •     Je maakt per week gemiddeld 12 afspraken
  •     Per week voer je 12 verkoopgesprekken
  •     Per week zorg je ervoor dat er 6 offerteaanvragen gerealiseerd worden.




Voorbeeld van een doelstelling

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De kleine doelen zijn behapbaar en meetbaar. Uiteindelijk is dit de manier om de grote doelstellingen te behalen. Leg vervolgens de SMART-meetlat op de kleine doelstellingen. 

Welke relaties ga je bellen?
In welke regio?
Zijn dat nieuwe of bestaande relaties?
Waar probeer je afspraken te realiseren?
Etc..



Voorbeeld van een doelstelling

Slide 10 - Slide

This item has no instructions