3hvt start taalboekje (tussen -s samenstellingen)

Vandaag...
  • Opdracht 4 nakijken
  • Verder met samenstellingen 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag...
  • Opdracht 4 nakijken
  • Verder met samenstellingen 

Slide 1 - Slide

Taaltoets einde van het jaar
  1. Werkwoordspelling
  2. Spelling: meervoud van zelfstandig naamwoorden
    Spelling: samenstellingen
  3. Grammatica zinsdelen en bijzinnen benoemen
  4. Grammatica woordsoorten
  5. Formuleren: samentrekkingen
    Formuleren: incongruentie

Slide 2 - Slide

Spelling: tussenletters in samenstellingen

Slide 3 - Slide

Hoe maak je een samenstelling? De Brug blz. 280
Huis + dier
Dier + dag
Rijst + vla
Tevredenheid + onderzoek



Slide 4 - Slide

Hoe maak je een samenstelling?
Huis + dier                                         
Dier + dag
Rijst + vla
Tevredenheid + onderzoek


  • Huisdier
  • Dierendag
  • Rijstevlaai
  • Tevredenheidsonderzoek  

  • Tussen-s, tussen-e en tussen-en in samenstellingen.
    Maar wat zijn de regels? 


Slide 5 - Slide

Hoe maak je een samenstelling?
Huis + dier                                         
Dier + dag
Rijst + vla
Tevredenheid + onderzoek


  • Huisdier
  • Dierendag
  • Rijstevlaai
  • Tevredenheidsonderzoek  

  • Tussen-s, tussen-e en tussen-en in samenstellingen.
    Maar wat zijn de regels? 


Want is het nou
groentesoep of groentensoep ?
stationchef of stationschef ?

Slide 6 - Slide

Tussen-s
  1. Je schrijft de tussen-s als je hem hoort.
    Snelheidslimiet, landschapsarchitect
  2.  Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, is de tussen-s lastig te horen: station + chef 
  3. Vervang dan het tweede deel en schrijf de -s- als je die in vergelijkbare samenstellingen hoort: stationschef, want station + klok > stationsklok
  4. Soms zijn twee manieren goed: tijd(s)verschil / voorbehoed(s)middel




Slide 7 - Slide

Tussen-s
Ezelsbruggetje: 

  • station + chef > stationskroket, dus stationschef

  • keuken + schaar > keukenkroket, dus keukenschaar

  • liefde + scène > liefdeskroket, dus liefdesscène





Slide 8 - Slide

Tussen-s
Maak uit je oefenboekje opdracht C, D, E op blz. 8
Deze kijken we zo na.

Klaar? Ga de werkwoordspelling herhalen. Op blz. 3 zie je waar je de theorie kunt vinden. Maak op blz. 4 opdracht A, B en C





Slide 9 - Slide

Tussen-n
Opdracht C
  1. juist
  2. juist (werkwoord)
  3. onjuist (ook een meervoud op -s > groentes)
  4. onjuist (er is maar één zon)
  5. juist
  6. onjuist ('bere' versterkt hier het bijvoeglijk naamwoord 'sterk')
    (reuzeleuk)

Slide 10 - Slide

Tussen-s
Opdracht D op blz. 8 nakijken

  • omgangsregeling
  • stadscentrum
  • eenmanszaak
  • bioscoopstoel
  • onweersbui






Slide 11 - Slide

Tussen-s
Opdracht D op blz. 8 nakijken

  • beroepsspeler
  • staatssteun
  • gevoelstemperatuur
  • passagiersschip
  • proteststem
    Ga verder met werkwoordspelling blz. 4 opdracht A, B en C






Slide 12 - Slide

Tussen-n
Opdracht E
  1. zwijnenstal
  2. groentesoep
  3. bereleuk
  4. spinnenweb
  5. tarwebrood

Slide 13 - Slide

Tussen-n
Opdracht E
  • koekenpan
  • zonnesteek
  • berenhol
  • 9 geboortekaartje
  • 10 invalidenplaats

Slide 14 - Slide

Werkwoordspelling A, blz. 4
  • 1. red
  • 2. vermelde
  • 3. richten
  • 4. houdt, juichend
  • 5. vergrootte
  • 6. Wordt, vernieuwd
  • 7. Bevrijdt/bevrijdde
  • 8. Zoeken

Slide 15 - Slide

Werkwoordspelling B, blz. 4
  • 1. vlogt
  • 2. vlogden
  • 3. gevlogd
  • 4. carpoolde
  • 5. copywritet
  • dartte
  • 6. gedisplayd
  • 7. aquarobict
  • 8. dunkte

Slide 16 - Slide

Werkwoordspelling B, blz. 4
  • 1. raad
  • 2. bevrijdt
  • 3. kleed
  • 4. brandt
  • 5. Rijd
  • 6. spoedt, verbindt
  • 7. Verraad, wordt
  • 8. aanvaardt, vertrouwen
  • 9. Vermoed, uitbreidt


Slide 17 - Slide

Huiswerk

Slide 18 - Slide

Opdracht 1 nakijken

  • Tekst 2: 
  • A aanbeveling
  • Tekst 3: 
  • D Uitwerking
  • Tekst 4: 
  • B Probleemstelling
  • Tekst 5: 
  • E Verklaring







Slide 19 - Slide

Kahoot

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Boekopdracht inzien
Het was weer leuk om te lezen!
i = interpunctiefout
s = spelfout
f = formuleerfout of zin die niet goed loopt

Zie verder het ingevulde beoordelingsblad

Blijf op je eigen plaats zitten, na eventuele vragen, haal ik de opdrachten weer op. Tijd over? Gebruik die om te leren!

Slide 22 - Slide