U5 les 9

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Mardi 24 mai
Le programme pour aujourd'hui:

- Jij kunt beschrijven wat jij draagt;
- Jij kunt een bijvoelijk naamwoord aanpassen (vorm en plaats);
- Jij kunt een tekst over kledingstijl begrijpen;
- Jij kunt tot en met 70 tellen.

Slide 2 - Slide

Objectif numéro 1
Jij kunt beschrijven wat jij draagt.

Tu parles 1 minute en duo avec ton voisin / ta voisine.


timer
1:00

Slide 3 - Slide

Objectif numéro 2
Jij kunt een bijvoelijk naamwoord aanpassen (vorm en plaats)

(herhaling)

Slide 4 - Slide

Les devoirs pour aujourd'hui :
Une ..... robe .... (beau)

Des .... femmes .... (vieux)
Une ..... robe.... (jaune)

Slide 5 - Slide

Une ..... robe .... (beau)
en waarom?

Slide 6 - Open question

Des .... femmes .... (vieux)

Slide 7 - Open question

Une ..... robe.... (jaune)

Slide 8 - Open question

Objectif numéro 3
Jij kunt een tekst over kledingstijl begrijpen.

Slide 9 - Slide

Tu aimes quel style de vêtements ?
A
créatif
B
à la mode
C
sportif
D
chic

Slide 10 - Quiz

Daily Paper est une marque. Scotch & Soda est aussi une marque. Wat betekent "une marque" ?

Slide 11 - Open question

Sur la tête, tu as des cheveux. C'est court ou long. Wat betekent "les cheveux" ?

Slide 12 - Open question

La couleur violette, c'est du rose avec du rouge. Wat voor kleur is "violet, violette"?

Slide 13 - Open question

Dans 1 mois, il y a 30 ou 31 jours. Wat betekent "le mois" ?

Slide 14 - Open question

C'est quoi, ton style ?
Ouvre le livre page 35.

La classe lit les textes "C'est quoi, ton style ?"

Et toi, tu préfères quel style ? Le style de Maylis ? Le style d'Enzo ? Le style d'Emilie ? Ou le style de Louna ?



Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Fais l'exercice 26, page 35.
Utilise/ gebruik les mots d'Apprendre 8 (page 42).
Al klaar?  Fais l'exercice 28B, page 37.

Tu as 10 minutes. Question ? Lève la main !

Tips ex. 26 : difficile = moeilijk // makkelijk = facile ; supporter = ondersteunen; blouson = manteau court.
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Correction des exercices
  • Exercice 26, page 35
  • 1/ het schoolplein (la cour)
  • 2/ Bijvoorbeeld (par exemple)
  • 3/ vind (trouver = vinden)
  • 4/ de antwoorden (les réponses)
  • 5/ paars (violet)
  • 6/ merken (des marques)

Slide 17 - Slide

Correction des exercices
  • 7/ duurzaam (durable)
  • 8/ arm (pauvre)
  • Les mots qui restent : 
  • belangrijk
  • haren
  • Leurs traductions ?
  • belangrijk = important; de haren = les cheveux

Slide 18 - Slide

Objectif numéro 4
Jij kunt tot en met 70 tellen.

Slide 19 - Slide

La classe compte !
La classe compte ensemble jusqu'à 20 !

Après, la classe regarde une vidéo et chante !!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

vingt-sept
A
37
B
27
C
47
D
25

Slide 22 - Quiz

Lees Apprendre 10 (page 42). Wat merk jij bij "21, 31, 41, 51 et 61"?

Slide 23 - Open question

Soixante-dix, c'est :
A
50 + 20 = 70
B
50 + 10 = 60
C
60 + 10 = 70
D
60 - 10 = 50

Slide 24 - Quiz

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt beschrijven wat jij draagt;
  
- Jij kunt een bijvoelijk naamwoord aanpassen (vorm en plaats);

- Jij kunt een tekst over kledingstijl begrijpen;

- Jij kunt tot en met 70 tellen.

Slide 25 - Slide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll