This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 2: luisteren (actief luisteren en samenvatten)
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les weet je:
- Wat actief luisteren is;
- Wat sleutel- en signaalwoorden zijn;
- Wat de hoofdgedachte of het onderwerp van een gesproken tekst is.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van deze les kun je:
- Sleutelwoorden benoemen die je hebt gehoord;
- De belangrijkste details van een gesproken tekst benoemen (met hulp van aantekeningen);
- Aan de hand van jouw gemaakte aantekeningen een (gedeelte van) een verhaal navertellen;
- Je kunt aan de hand van verkregen informatie een verhaal aanpassen.
Slide 3 - Slide
Introductieopdracht! (opdracht 1)
Slide 4 - Slide
Wat maakt deze opdracht lastig?
Slide 5 - Open question
Actief luisteren
Luisteren doe je de hele dag. Je kunt er niet voor kiezen je oren aan of uit te zetten. Wel kun je er voor kiezen actief te luisteren. Hierbij richt je jouw aandacht op de spreker, maak je oogcontact en probeer je non-verbale signalen op te merken.
Slide 6 - Slide
Op welke momenten lukt het jou om actief te luisteren?
Slide 7 - Open question
Sleutel- en signaalwoorden
Om goed te luisteren luister je of je sleutelwoorden of signaalwoorden hoort. Sleutelwoorden zijn woorden waarmee belangrijke informatie of feiten duidelijk worden gemaakt. Signaalwoorden geven aan wat voor soort informatie wordt gegeven. Een voorbeeld van een signaalwoord is ‘eerst’ of ‘daarna’. Hiermee wordt een volgorde aangegeven.
Slide 8 - Slide
Hoofdgedachte
Iedere tekst bevat een onderwerp en hoofdgedachte. Het onderwerp is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte bevat de belangrijkste informatie.