POËZIE - STROFE. RIJM, RITME

1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Elk van beide strofes uit dit gedicht van Menno Wigmans is een....

Voor bijna alles heb ik mij geschaamd.
Mijn nek, mijn haar, mijn handschrift en mijn naam,

de schooltas die ik van mijn moeder kreeg,
mijn vader die zich in een blazer hees,

A
distichon
B
terzet
C
kwatrijn
D
sextet

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Dit gedicht van Robin Veen bestaat uit
A
twee distichons en twee terzinen
B
twee terzinen en een sextet
C
twee kwatrijnen en een terzine
D
twee kwatrijnen en twee terzinen

Slide 7 - Quiz

Zo´n gedicht noemen we een

Slide 8 - Open question

In een sonnet zit altijd een VOLTA (een wending). Waar zit die in OOIT?

Slide 9 - Slide

en in een STIL SONNET 
(Ilja Leonard Pfeijffer)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

RIJMEN en dichten

Slide 13 - Slide

Wat rijmt op MAN

Slide 14 - Open question

Wat rijmt op KOPEN

Slide 15 - Open question

Wat rijmt op KINDEREN?

Slide 16 - Open question

Dit zijn allemaal voorbeelden van VOLRIJM (op basis van klank)



zie: cursus p. 12 (mannelijk - vrouwelijk - glijdend rijm) 

Slide 17 - Slide

Maar in poëzie vinden we ook HALFRIJM (assonanties en alliteraties)

Slide 18 - Slide

De Lenige Liefde (de titel van een dichtbundel van Herman De Coninck) is een voorbeeld van een
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Bedenk zelf een alliteratie met een M
(cursus p. 13)

Slide 21 - Open question

Een voorbeeld van sterk allitererende poëzie is het begin van "Boutade" van P.A. de Genestet:

O land van mest en mist,
van vuilen kouden regen,
doorsijperd stukske grond,
vol killen dauw en damp,
vol vuns, onpeilbaar slijk en ondoorwaadbre wegen,
vol jicht en paraplu’s,
vol kiespijn en vol kramp!

Slide 22 - Slide

Mijn lEven met jou dElen
is een voorbeeld van een
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 23 - Quiz

Bedenk zelf een voorbeeld van een ASSONANTIE

Slide 24 - Open question

Welke assonanties herken je in Martinus Nijhoffs gedicht "Awater"
‘O moeder, nooit zult gij de bontjas dragen
waarvoor elk dubbeltje werd omgedraaid,
en niet meer ga ik op mijn vrije dagen
met een paar bloemen naar het hospitaal,
maar breng de rozen naar de Kerkhoflaan...’

Slide 25 - Slide

VOLrijm (mannelijk, vrouwelijk en glijdend) en halfrijm (alliteraties en assonanties) zijn vormen van rijm op basis van KLANK

Slide 26 - Slide

Maar je kan rijm ook benoemen op basis van de PLAATS die het inneemt in een versregel

Slide 27 - Slide

BEGIN, MIDDEN, EIND, BINNEN (één versregel) en KETTINGRIJM


zie p. 11 in je cursus

Slide 28 - Slide

Bedenk een beginrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 29 - Open question

Bedenk een eindrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 30 - Open question

Bedenk een binnenrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 31 - Open question

Bedenk een kettingrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 32 - Open question

De Drammerige Dromer is een
A
vrouwelijk rijm
B
assonantie
C
alliteratie
D
mannelijk rijm

Slide 33 - Quiz

Twee kleine eendjes
Mee met moeder

A
beginrijm
B
middenrijm
C
binnenrijm
D
eindrijm

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide