§1.2 Aardbevingen

§1.2 Aardbevingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§1.2 Aardbevingen

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling H1.1
- Leerdoelen
- Uitleg H1.2
- Huiswerk

Slide 2 - Slide

Kern
Aardkorst
Mantel

Slide 3 - Drag question

Eerst               Daarna           Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 4 - Drag question

Leerdoelen
- Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn.
- Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
- Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.

Slide 5 - Slide

Waar en waarom juist daar
  • Aardbevingen komen door het bewegen van platen (platentektoniek).

  • Op plaatsen waar platen botsen, of uit elkaar bewegen krijg je aardbevingen.

Slide 6 - Slide

Epicentrum en hypocentrum

Op de plek waar twee aardplaten elkaar raken, ontstaat de beving. We noemen dit het hypocentrum.

De plek aan het aardoppervlak waar we de aardbeving het sterkste voelen, heet het epicentrum. Op een kaart zie je vaak het epicentrum.

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

    Het ontstaan van aardbevingen

Slide 9 - Slide

    De gevolgen van aardbevingen
De kracht van een aardbeving wordt gemeten met de Schaal van Richter. Deze schaal loopt van 1 (zwak) tot 12 (sterk).

In rijke landen is er geld en kennis om aardbevingsbestendig te bouwen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Hoe ontstaat een aardbeving?

Slide 13 - Open question

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
1/4 keer

Slide 14 - Quiz

Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving naar boven komt.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 15 - Quiz

Op welke plekken ontstaan aardbevingen?
A
Midden op tektonische platen
B
Aan de rand van tektonische platen
C
Onder tektonische platen
D
Bovenop tektonische platen

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
Teken een strip over het ontstaan van een aardbeving. Tekening 1 is de situatie voor de aardbeving, tekening 4 is de situatie na de aardbeving
Eisen:
- Minimaal 4 tekeningen
- Onderschrift waarin je uitlegt wat er in de tekening gebeurd
- Duidelijke tekeningen (schematisch als je niet goed kunt tekenen) 
- Ingekleurd 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 
Werk in een drietal. Ieder persoon legt 1 doel uit. 
- Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn.
- Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
- Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Teken een strip over het ontstaan van een aardbeving. Tekening 1 is de situatie voor de aardbeving, tekening 4 is de situatie na de aardbeving
Eisen:
- Minimaal 4 tekeningen
- Onderschrift waarin je uitlegt wat er in de tekening gebeurd
- Duidelijke tekeningen (schematisch als je niet goed kunt tekenen) 
- Ingekleurd 
Klaar?
H1.2 maken

Slide 19 - Slide

Hoe ontstaat een aardbeving?

Slide 20 - Open question

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
1/4 keer

Slide 21 - Quiz

Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving naar boven komt.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 22 - Quiz

Op welke plekken ontstaan aardbevingen?
A
Midden op tektonische platen
B
Aan de rand van tektonische platen
C
Onder tektonische platen
D
Bovenop tektonische platen

Slide 23 - Quiz