Week 18 les één

1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

die Planung
- Wer ist hier?
- Lesen
- Letzten Stunde
- Haben, sein und werden
- Ende

Slide 2 - Slide

Wer ist hier?
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F

Slide 3 - Slide

Lesen!
Lernen:
Schritt 18-21 blauwe blokken 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Hausaufgaben
Maak de volgende huiswerkopdrachten:
Schritt 17 (aufgaben 2 3 4 5 7)
Aufgabe 4 op pagina 13
De eerste vier opgaven van aufgabe 5 op pagina 58

Slide 5 - Slide

Test
- Op 1 juni:
Schritt 18-21 
Haben/sein/werden
Persoonlijke vnw
Bezittelijke vnw

In combinatie met leestoets

Slide 6 - Slide

Taaldorp


Op 17 juni hebben jullie het Taaldorp. Hier gaan we het in de les vaker over hebben. 

Slide 7 - Slide

Toetsweek
In de toetsweek hebben jullie een leestekst!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat weten we over haben, sein en werrden?

Slide 10 - Mind map

haben, sein und werden

Slide 11 - Slide

Maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 12 - Slide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 13 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 14 - Drag question

Haben oder sein?
Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen)!

Slide 15 - Slide

............... du Zeit für mich?

Slide 16 - Open question

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 17 - Open question

.................. du müde?

Slide 18 - Open question

Johann, wo...............du?

Slide 19 - Open question

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Slide 20 - Open question

Jetzt kommt:
werden

Slide 21 - Slide

Welke 2 betekenissen heeft
werden?

Slide 22 - Open question

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 23 - Drag question

Jetzt alles zusammen
haben sein und werden

Slide 24 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werdet
seid
habt
wird
ist
bin
haben
hast

Slide 25 - Drag question

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 26 - Quiz

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 27 - Quiz

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 28 - Quiz


.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 29 - Quiz

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
ist
C
wird
D
hat

Slide 30 - Quiz

.............. deine Eltern geschieden?
A
werden
B
sind
C
haben
D
hat

Slide 31 - Quiz

Wo .............. du deine Tasche versteckt?
A
habt
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 32 - Quiz

Frau Meier, wie alt .............Sie nächste Woche?
A
sind
B
werden
C
haben
D
wirst

Slide 33 - Quiz

Wir .......... den Lehrer um Hilfe bitten.
A
haben
B
sein
C
werden

Slide 34 - Quiz

Da, ................ wir wieder mal Glück gehabt.

Slide 35 - Open question

Ik kan de werkwoorden haben, sein & werden vertalen en toepassen.
Ja , ik snap het
redelijk, ik moet nog wel even oefenen
nee, ik vind het moeilijk en heb extra uitleg nodig

Slide 36 - Poll

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide