Werkwoordalarm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Werkwoordalarm

Aan het einde van deze les...

• ...weet je hoe je moeilijke werkwoorden vervoegt in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd.
• ...weet je het verschil tussen moeilijke werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd.
• ...heb je geoefend met het verschil zien en het juist spellen van moeilijke werkwoorden in de tegenwoordige en voltooide tijd.  

Lesplan

• Wat weten jullie al?
• Uitleg
• Opdrachten maken 

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. De zin vragend maken.
2. De zin andersom zetten.
3. De zin in een andere tijd zetten.
4. De zin in meervoud of enkelvoud zetten.

Welke regel gebruik je om het voltooid deelwoord goed te schrijven?

1. een -d achter het woord zetten.
2. 't ex-kofschip om te kijken of er een -t of -d achter het woord moet.
3. een -t achter het woord zetten.

Moeilijke werkwoorden

Je bent gewend dat je voltooid deelwoorden met bijvoorbeeld ge-, be- of ver- ervoor schrijft.

Maar sommige werkwoorden schrijf je al met die letters ervoor.

Moeilijke werkwoorden

Zoals:

beginnen, vertellen, gebeuren

Moeilijke werkwoorden

Let dus goed op! 

Staan die werkwoorden in de tegenwoordige tijd als persoonsvorm?

Of

Staan die werkwoorden in de voltooide tijd als
voltooid deelwoord?

Stappenplan

1. Staat de zin in de tegenwoordige tijd of voltooide tijd?
2. Is het werkwoord een persoonsvorm? Dan vervoeg je het werkwoord altijd met een t.
3. Is het werkwoord een voltooid deelwoord? Dan vervoeg je het werkwoord door 't ex-kofschip te gebruiken.

Opdrachten maken

• Opdracht 2 t/m 5 in je boek, bladzijde 232.
• Je werkt alleen, maar mag overleggen.
• Als je een vraag hebt, steek je je hand op.
• Tijd: 20 minuten
• Klaar? Dan steek je, je hand op en kom ik je werk controleren.
  Als je werk gecontroleerd is, mag je rustig, op je plek iets voor jezelf doen.

Zijn er nog vragen over deze moeilijke werkwoorden?