Afsluiting examenjaar

Afsluiting examenjaar
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afsluiting examenjaar

Slide 1 - Slide

De vroegmoderne tijd loopt van....tot....
A
1500 tot 1700
B
1500 tot 1800
C
1600 tot 1900
D
1600 tot 1800

Slide 2 - Quiz

De moderne tijd loopt van ... tot ...
A
1600 tot 1900
B
1700 tot heden
C
1800 tot heden
D
1900 tot 2000

Slide 3 - Quiz

16e eeuw
17e eeuw
18e eeuw
19e eeuw
20e eeuw
Het voeren van twee wereldoor-logen
Het streven van vorsten naar absolute macht
Het begin van Europese overzeese expansie
Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving
Discussies over de sociale kwestie

Slide 4 - Drag question

Uitleg
Bij de volgende vragen krijg je telkens een uitleg van een begrip. Aan jullie de vraag welk begrip bij de uitleg hoort. 

Slide 5 - Slide

Stroming binnen het christendom die is gebaseerd op de ideeën van Maarten Luther
A
Protestantisme
B
Lutheranisme
C
Calvinisme
D
Humanisme

Slide 6 - Quiz

De hoogste macht in de staat.
A
Soevereiniteit
B
Koning
C
Raadspensionaris
D
Regent

Slide 7 - Quiz

Beweging die streeft naar de afschaffing van de slavenhandel en slavernij.
A
Droit Divin
B
Ancien Regime
C
Empirisme
D
Abolutionisme

Slide 8 - Quiz

Economisch systeem voor de exploitatie van Java; hierbij moest de bevolking een vijfde van haar grond bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt in ruil voor plantloon.
A
Economisch liberalisme
B
Kapitalisme
C
Cultuurstelsel
D
Modern imperialisme

Slide 9 - Quiz

Het recht om deel te nemen aan verkiezingen voor bestuurlijke functies.
A
Kiesrecht
B
Ideologie
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Sociale kwestie

Slide 10 - Quiz

Het verschijnsel dat de staat bijna volledige controle heeft over het dagelijkse leven van mensen.
A
Totalitarisme
B
Wereldkapitalisme
C
Communisme
D
Nationaal-Socialisme

Slide 11 - Quiz

Een ideologie die in de jaren 20 opkwam in Italië; streeft een sterke staat na onder leiding van een sterke man en is gericht tegen democratie, kapitalisme en communisme.
A
Totalitarisme
B
Facisme
C
Wereldkapitalisme
D
Communisme

Slide 12 - Quiz

Economisch hulpplan van de VS om Europa na de Tweede Wereldoorlog economisch weer op de been te krijgen.
A
Marshallplan
B
Trumandoctrine
C
Dominotheorie
D
Appeasementpolitiek

Slide 13 - Quiz

Een kritische houding ten opzichte van de Europese samenwerking, de EU en de politieke besluitvorming in Brussel.
A
Moslimfundamentalisme
B
Populisme
C
Euroscepsis
D
Rechtsradicalisme

Slide 14 - Quiz

Radicale protestanten uit Engeland die in 1620 in Noord-Amerika een kolonie stichten.
A
Pelgrim Fathers
B
Founding Fathers
C
Engelsen
D
Lutheranen

Slide 15 - Quiz

In 1765 gesloten verdrag tussen East India Company en het Mogolrijk.
A
Verdrag van Munchen
B
Verdrag van Bombai
C
Verdrag van Allahabad
D
Verdrag van Teheran

Slide 16 - Quiz

Wet die in 1832 in Groot-Brittannië werd aangenomen en zorgde voor een hervorming van het Britse parlement.
A
Reform Bill
B
Factory Acts
C
Trias Politica
D
Indian National Congress

Slide 17 - Quiz

Complottheorie die de schuld voor het verlies van de Eerste Wereldoorlog bij de regering van de Republiek van Weimar neerlegde.
A
Arbeidsdienst
B
Beurskrach
C
Comecon
D
Dolkstootlegende

Slide 18 - Quiz

Duitstalige inwoners van Centraal- en Oost-Europa die daar na de Tweede Wereldoorlog door de plaatselijke bevolking werden verjaagd en toen naar Duitsland vluchtten.
A
Arbeidsdienst
B
Ostpolitik
C
Heimatvertriebene
D
Machtigingswet

Slide 19 - Quiz

Het snelle herstel van de West-Duitse economie in de jaren 50.
A
Wirtschaftswunder
B
Volksgemeinschaft
C
Perestrojka
D
Trumandoctrine

Slide 20 - Quiz

Het idee dat de mens de samenleving in sterke mate kan bepalen en dus dat de overheid door politiek ingrijpen de samenleving kan verbeteren.
A
Gidslanddenken
B
Maakbare samenleving
C
Poldermodel
D
Rooms-Rode regering

Slide 21 - Quiz

De periode van herstel van de Europese landen na de Tweede Wereldoorlog.
A
Wederopbouw
B
Verdrag van Schengen
C
Val van Srebrenica
D
Oliecrisis

Slide 22 - Quiz

Thema Britse Rijk

Slide 23 - Slide

Waarom is 1585 als startjaar gekozen voor de historische context: Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island

Slide 24 - Quiz

Koppel de begrippen uit paragraaf 1 van HC Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme

Slide 25 - Drag question

Afschaffing slavernij VS
Kolonisatie Roanoke Island
Aankomst Pilgrim Fathers
Boston Teaparty
Onafhankelijkheid VS
Afschaffing slavernij GB
Afschaffing van de handel in slaven in het Britse Rijk
VS krijgt een president en een congres
1585
1620
1773
1776
1789
1807
1833
1865

Slide 26 - Drag question

Je ziet hieronder 2 gegevens over het Britse Rijk. De ene is het gevolg van de ander. Sleep beide teksten naar de juiste plaats.
Oorzaak 
Gevolg
India wordt het belangrijkste overzeese deel van het Britse Rijk
De Verenigde Staten van Amerika ontstaan

Slide 27 - Drag question

Welk KA uit tijdvak 6 hoort bij HC 'Britse Rijk'?
A
het streven van vorsten naar absolute macht;
B
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
C
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek;
D
de wetenschappelijke revolutie

Slide 28 - Quiz

De slavenhandel werd in het Britse rijk verboden in...
A
1807
B
1815
C
1822
D
1833

Slide 29 - Quiz

Verdrag van Allahabad
East India Company
Opstand tegen Britten in 1857
Begin van het Britse Rijk in India
Onvrede over religieuze zaken
Handelsmonopolie 
Queen Victoria keizerin van India
Sluit verdragen met lokale vorsten
1765

Slide 30 - Drag question