do 22 juni Taal en leenwoorden

do 22 juni Taal en leenwoorden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

do 22 juni Taal en leenwoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • De leerlingen kunnen na deze lessenserie benoemen wat de definitie van een leenwoord is; 
  •  De leerlingen kunnen leenwoorden herkennen en aangeven uit welke taal de woorden hun oorsprong komen.
  • De leerlingen kunnen aan de hand van gegeven leenwoorden de juiste leenwoorden combineren met een plaatje ervan.


Slide 2 - Slide

Woorden hebben een geschiedenis.
Dit noem je etymologie.

Etymologisch woordenboek
Soms komen woorden ook uit een andere taal dan het Nederlands. Dit noem je leenwoorden

Slide 3 - Slide

Leenwoorden
Woorden die uit andere talen in het Nederlands terechtgekomen zijn.

Slide 4 - Slide

Engelse werkwoorden
Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. Je noemt ze leenwoorden. Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.

Slide 5 - Slide

Nederlandse leenwoorden




Meer dan 18.000 Nederlandse woorden zijn uitgeleend aan 138 andere talen. Die Nederlandse woorden hebben geleid tot bijna 50.000 nieuwe woorden in vreemde talen.
Over leenwoorden in U.S.A. klik  👉 


                                            👈 Grappig filmpje over Engelse woorden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat is een leenwoord?
timer
0:30
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woorden die we overgenomen hebben uit een andere taal
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN leenwoord
A
courgette
B
slow-motion
C
trottoir
D
poriën

Slide 9 - Quiz

Wat is geen leenwoord?
A
garage
B
kassa
C
wc
D
deur

Slide 10 - Quiz

Wat is een Engels leenwoord?
A
shirt
B
broek
C
rok
D
trui

Slide 11 - Quiz

Wat is een Latijns leenwoord?
A
koukleum
B
museum
C
kasteel
D
boom

Slide 12 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Presenteerblad
B
Gerecht
C
Chocoladetaart
D
Brasserie

Slide 13 - Quiz

'Sparerib' is een leenwoord uit het...
A
Spaans
B
Frans
C
Engels

Slide 14 - Quiz

Wat is een Frans leenwoord?
A
sticker
B
badkamer
C
spiegel
D
douche

Slide 15 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
piano
D
raam

Slide 16 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Plateau
B
Tomaat
C
Kreeft
D
Kinderkookcafé

Slide 17 - Quiz

Absent is een ..... leenwoord
A
Engels
B
Duits
C
Latijns
D
Frans

Slide 18 - Quiz

ENGELSE LEENWOORDEN

GEEN
ENGELSE LEENWOORDEN

Slide 19 - Drag question

Ja
Nee
Is dit een Engels leenwoord?
computer
handicap
kast
race
etui
bagage

Slide 20 - Drag question

Nederlands
woord

Leenwoord
gitarist
iedereen
podium
miezerig
dirigent
kapitaal
viezerik

Slide 21 - Drag question

Welke leenwoorden komen uit het Engels? Ga maar slepen.
ENGELSE LEENWOORDEN

Slide 22 - Drag question

Team
Keeper
Gitaar
Balpen
Laptop
Engels leenwoorden
 Geen leenwoorden

Slide 23 - Drag question

Frans leenwoord
Geen Frans leenwoord
diner
privacy
e-mail
confetti
croissant
chique
trottoir
bouillon
sale
paella

Slide 24 - Drag question

Engels leenwoord
Geen Engels leenwoord
maillot
sushi
bagage
bloknote
laptop
maffia
design
t-shirts
trottoir
sale

Slide 25 - Drag question

kilowoord
klankgroepen
woord
bankwoord

Leenwoord
file
winnaar
sluitinkje
jus

Slide 26 - Drag question

Huiswerk voor ma 26 juni
BK
Over taal blok 5 
Maken opdr 1 t/m 10

Leren blz 228
Taal en leenwoorden

Slide 27 - Slide

Huiswerk voor ma 26 juni
K/T
Maken opdr. 1 t/m 10
Leren Talen en Signaalwoorden

Slide 28 - Slide