Regeling en waarneming basisstof 5 BVJ H4

Basisstof 5 
Spieren en Beweging
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Basisstof 5 
Spieren en Beweging

Slide 1 - Slide

Spieren
Een antagonist heft deze samentrekking weer op.
Antagonisten zijn 2 spieren met invloed op elkaars werking bijvoorbeeld de biceps en de triceps

Slide 2 - Slide

Soorten spierweefsel
  • Glad spierweefsel

  • Hartspierweefsel

  • Dwarsgestreept spierweefsel

Slide 3 - Slide

Glad spierweefsel
  • Langwerpige cellen
  • Elke cel een eigen celkern
  • Zit in buisvormige of
    holle organen (darmen)
  • Autonoom zenuwstelsel
  • Spieren reageren trager
  • Spieren worden niet moe

Slide 4 - Slide

Hartspierweefsel
  • Is gelijk aan dwarsgestreept spierweefsel

  • Staat niet onder invloed van de eigen wil
    valt dus toch onder het autonome zenuwstelsel

  • Bevat veel mitochondriën

  • Dit weefsel raakt niet vermoeid

Slide 5 - Slide

Dwarsgestreept spierweefsel
  • Bestaat uit spiervezels

  • Elke vezel is een reeks versmolten spiercellen.
    Een vezel heeft dan ook meerdere celkernen.

  • Zitten vast aan het skelet of aan de huid
    (skeletspieren of gelaatsspieren)

  • Raken snel vermoeid

Slide 6 - Slide

Bouw van skeletspieren

Slide 7 - Slide

Bouw van skeletspieren
  • Spier is omgeven met bindweefsel: de spierschede

  • Zit vast aan het skelet met pezen

  • Een spier bestaat uit meerdere spierbundels, elk omgeven met bindweefsel

  • Een spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels

Slide 8 - Slide

Bouw van skeletspieren
  • Een axon van een bewegingszenuwcel
    is op het einde vertakt.

  • Elke vertakking eindigt in
    een motorisch eindplaatje

  • Hier wordt het impuls overgebracht naar de spiervezel

Slide 9 - Slide

Bouw van skeletspieren
  • De vertakkingen van één bewegingszenuwcel
    kunnen via de eindplaatjes meerdere
    spiervezels aansturen

  • Eén bewegingszenuwcel en al zijn
    motorische eindplaatjes en spiervezels
    die aangestuurd worden heten een motorische eenheid

Slide 10 - Slide

Het samentrekken
Het samentrekken van de spiervezels gebeurt alleen als de prikkeldrempel van die spiervezels is overschreden.

Het samentrekken van een spiervezel is altijd maximaal

De kracht van aanspanning hangt dus af van de hoeveelheid motorische eenheden die tegelijk samentrekken

Slide 11 - Slide

Het samentrekken
  • Spiervezels bestaat uit spierfibrillen

  • Tussen deze spierfibrillen liggen veel mitochondriën en glycogeenkorrels.
De mitochondriën zijn de energiefabriekjes van een cel. Zij hebben zuurstof en glucose nodig om ATP te kunnen vormen. ATP is de energie die door de cellen gebruikt kan worden. Omdat glucose niet altijd voorradig is in het lichaam, kan ons lichaam glucose opslaan in de vorm van glycogeen. Ons lichaam doet dit met behulp van het hormoon insuline. Om glycogeen weer om te zetten naar glucose gebruikt ons lichaam glucagon.
Boven is de spierfibril zichtbaar, onder de filamenten waar deze spierfribil uit bestaat.

Slide 12 - Slide

Het samentrekken
Een spierfribil bestaat uit filamenten:
eiwitdraden die bestaan uit myosine of actine

De rangschikking van deze actine en myosinefilamenten zorgt voor het dwarsgestreepte patroon

Slide 13 - Slide

Het samentrekken
van een spier

Slide 14 - Slide

Link naar Bioplek
Op de volgende slide vind je een link naar een pagina met nog meer uitleg over spieren.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Houding en beweging
Er is altijd wel een motorische eenheid die samentrekt maar dit is te weinig om de spier in beweging te krijgen

Dit is wel nodig voor spanning op de pezen en zorgt zo voor de spierspanning

Spierspanning is nodig bij het handhaven van je lichaamshouding

Slide 17 - Slide

Houding en beweging
  • Een spier kan alleen maar samentrekken

  • Een antagonist heft deze samentrekking
    weer op wat nodig is bij onder andere het
    corrigeren van de houding.

  • Antagonisten zijn 2 spieren met een tegengestelde werking bijvoorbeeld de biceps en de triceps.

Slide 18 - Slide

Houding en beweging
Spieren moet je gebruiken voor een goede conditie van die spieren.

Regelmatig trainen helpt ook bij het sterker maken van spieren

Dit helpt tegen blessures maar ook tegen aandoening als hart- en vaatziekten en suikerziekte (niet aangeboren variant).

Slide 19 - Slide

Eind van deze les
Je gaat nu verder met het lezen van basisstof 5 in je tekstboek en het maken van de opdrachten 24 tot en met 26.

Slide 20 - Slide