This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Taaltest
Slide 1 - Slide
https://www.plusonline.nl/digitaal/plus-taaltest
1) De kinderen hebben allemaal ........ veel zin in het kamp.
A
hardstikken
B
hartstikken
C
hartstikke
D
hardstikke
Slide 2 - Quiz
Het woord 'hartstikke' is met een t. Het werd vroeger alleen gebruikt als iemand 'hartsteke dood' was, als gevolg van een dolksteek in het hart. De betekenis is veranderd in 'heel erg', maar de t van 'hart' is gebleven.
2) In de tekst staat een ........ om te verwijzen naar een nadere toelichting.
A
asteriks
B
asterisk
C
Asterix
D
asterix
Slide 3 - Quiz
Het sterretje (*) heet een asterisk, niet te verwarren met de stripheld Asterix.
Het woord 'asterisk' komt via het Frans (astérisque) van het Griekse 'asteriskos' (sterretje).
3) Vanavond zendt de NOS een ........ met de Amerikaanse president uit.
A
intervieuw
B
intevieuw
C
inteview
D
interview
Slide 4 - Quiz
This item has no instructions
4) De maaltijd is bereid met plantaardige ........ .
A
olieën
B
oliën
C
oliëen
Slide 5 - Quiz
Het meervoud 'oliën' krijgt alleen een n, omdat bij 'olie' de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt. Op de e komt een trema.
5) Het is schrijnend, hoe immigranten ........ Europa trachten te bereiken.
A
desperaat
B
disperaat
C
desparaat
D
disparaat
Slide 6 - Quiz
desperaat = wanhopig (afkomstig uit het Latijn: sperare = hopen; desperatus = zonder hoop)
6) Alex is voor mij de ........ . (Let ook op de hoofdletters in beide woorden.)
A
ware Jakob
B
ware jakob
C
Ware Jacob
D
warejacob
Slide 7 - Quiz
Net als 'pietje-precies' en 'nieuwsgierig aagje' wordt ook deze uitdrukking zonder hoofdletters geschreven.
7) John en Michael zijn onze twee ........ uit Engeland.
A
logees
B
logés
C
logé's
Slide 8 - Quiz
Het meervoud 'logés' krijgt geen apostrof voor de s, omdat dit niet nodig is voor de uitspraak. De é blijft gewoon zoals hij is en de s komt eraan vast.
8) Men legde de tenniswedstrijd stil, omdat het publiek te hard ........ .
A
juichde
B
juigde
C
juichte
D
juigte
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
9) Hij volgt een managementopleiding en is ........ in een hotel.