TL2-B_Zum Frühstück...

Guten Appetit!
Thema: Zum Frühstück esse und trinke ich ...
Werkwoorden: essen & trinken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Guten Appetit!
Thema: Zum Frühstück esse und trinke ich ...
Werkwoorden: essen & trinken

Slide 1 - Slide

Inhalt dieser Präsentation
  • Lernziele dieser Präsentation
  • Zum Frühstück esse & trinke ich ...
  • Werkwoorden "essen & trinken" 
  • Schreibübung: Zum Frühstück

Slide 2 - Slide

Lernziele dieser Präsentation
Am Ende dieser Präsentation könnt ihr ...
  • ...vertellen wat je voor je ontbijt graag eet & drinkt.

Nodig heb je ...
  • .... de Duitse woordjes van producten die je eet en drinkt bij het ontbijt. 
  • ... de juiste vorm van de werkwoorden 'essen & trinken'. 

Slide 3 - Slide

die Butter
der Käse
der Joghurt
das Brot
der Schinken
das Obst
der Tee
der Kaffee
die Milch
der Orangensaft

Slide 4 - Drag question

Zum Frühstück esse & trinke ich ...
Beispiele:

  • "Ich esse Brot mit Marmelade oder Nutella. Zum Frühstück trinke ich Tee ohne Zucker." 
  • "Morgens esse ich Joghurt mit Müsli. Ich trinke Milch." 
  • "Am Morgen trinke ich am liebsten Kaffee. Ich esse Brot mit Käse und Salami".

Slide 5 - Slide

Zum Frühstück esse & trinke ich ...
Deze zinnen bestaan uit verschillende onderdelen: 
"Ich esse Brot mit Marmelade oder Nutella. Zum Frühstück trinke ich Tee ohne Zucker." 
"Morgens esse ich Joghurt mit Müsli. Ich trinke Milch." 
"Am Morgen trinke ich am liebsten Kaffee. Ich esse Brot mit Käse und Salami".


Werkwoorden
Vaste uitdrukking
producten

Slide 6 - Slide

Werkwoord 'trinken'
ik drink
ich trinke
jij drinkt
du trinkst
hij/zij/het drinkt
er/sie/es trinkt
wij drinken
wir trinken
jullie drinken
ihr trinkt
zij drinken / u drinkt
sie trinken / Sie trinken

Slide 7 - Slide

Werkwoord 'trinken'
Let op!

  • Om de juiste vorm te maken, gebruik je de stam van het werkwoord + uitgang.
  • Stam van het werkwoord = hele werkwoord -en 
                          trinken - en = trink
  • Onthouden: ik-vorm (ich trinke) & wij-vorm/u-vorm: (wir / Sie trinken).

Slide 8 - Slide

ik drink
jij drinkt
hij drinkt
zij drinkt
wij drinken
jullie drinken
zij drinken
u drinkt
het drinkt
Sie trinken
ich trinke
wir trinken
du trinkst
sie trinken
sie trinkt
er trinkt
ihr trinkt
es trinkt

Slide 9 - Drag question

Vul in: Zum Frühstück _______ ich Milch.
A
trinke
B
trinkst
C
trinken
D
trinkt

Slide 10 - Quiz

Vul in: Morgens ________ wir immer Kaffee mit Milch und Zucker.
A
trinkt
B
trinkst
C
trinke
D
trinken

Slide 11 - Quiz

Vul in: Am Morgen ________ wir Orangensaft.
A
trinke
B
trinkt
C
trinken
D
trinkst

Slide 12 - Quiz

Vul in: Ich ________ zum Frühstück Tee ohne Zucker, aber mit Milch und Zitrone.
A
trinkst
B
trinke
C
trinken
D
trinkt

Slide 13 - Quiz

Werkwoord 'essen'
ik eet
ich esse
jij eet
du isst
hij/zij/het eet
er/sie/es isst
wij eten
wir essen
jullie eten
ihr esst
zij eten / u eet
sie essen / Sie essen

Slide 14 - Slide

Werkwoord 'essen'
Let op!
  • Het werkwoord 'essen' is een sterk werkwoord = het kan veranderen
  • du-vorm & hij/zij/het-vorm veranderen. Zij krijgen een andere                  klinker.
  • Onthouden: ik-vorm (ich esse) & wij-vorm/u-vorm: (wir / Sie essen).

Slide 15 - Slide

ik eet
jij eet
hij eet
zij eet
wij eten
jullie eten
zij eten
u eet
het eet
Sie essen
ich esse
wir essen
du isst
sie essen
sie isst
er isst
ihr esst
es isst

Slide 16 - Drag question

Vul in: Zum Frühstück _______ ich ein Brötchen mit Käse.
A
esse
B
isst
C
esst
D
essen

Slide 17 - Quiz

Vul in: Morgens ________ wir immer Joghurt mit Müsli.
A
isst
B
essen
C
esst
D
esse

Slide 18 - Quiz

Vul in: Am Morgen ________ wir Brot mit Marmelade.
A
esse
B
isst
C
essen
D
esst

Slide 19 - Quiz

Vul in: Ich ________ zum Frühstück Joghurt mit Obst.
A
esse
B
isst
C
essen
D
esst

Slide 20 - Quiz

Zum Frühstück esse & trinke ich ...
Kijk nog eens naar deze zinnen. Kun je nu zelf zinnen maken?
"Ich esse Brot mit Marmelade oder Nutella. Zum Frühstück trinke ich Tee ohne Zucker." 
"Morgens esse ich Joghurt mit Müsli. Ich trinke Milch." 
"Am Morgen trinke ich am liebsten Kaffee. Ich esse Brot mit Käse und Salami".


Werkwoorden
Vaste uitdrukking
producten

Slide 21 - Slide

Zet de woorden in de juiste volgorde:
esse - ich - Brot - Käse - mit - Zum Frühstück

Slide 22 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde:
Morgens - wir - Tee - ohne Zucker - trinken - und - essen - wir - Obst

Slide 23 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde:
trinke - Joghurt - ich - Kaffee - esse - mit Milch - und - ich - mit Obst - Zum Frühstück

Slide 24 - Open question

Zum Frühstück esse & trinke ich ...
En nu zelf! Was isst & trinkst du zum Frühstück? 
  • Schrijf in 3-5 zinnen wat je bij het ontbijt eet en drinkt.
  • Schrijf volledige zinnen met een werkwoord - vaste uitdrukking - producten.
  • Let op de juiste werkwoordsvorm & de hoofdletters.
  • Lever je tekstje in via Teams - je klas bij 'bestanden'.
Werkwoorden
Vaste uitdrukking
producten

Slide 25 - Slide

Lernziele dieser Präsentation
Am Ende dieser Präsentation könnt ihr ...
  • ...vertellen wat je voor je ontbijt graag eet & drinkt.

Nodig heb je ...
  • .... de Duitse woordjes van producten die je eet en drinkt bij het ontbijt. 
  • ... de juiste vorm van de werkwoorden 'essen & trinken'. 

Heb je dit doel bereikt? Vul in: 

Slide 26 - Slide

Ik kan vertellen wat ik bij het ontbijt graag eet en drink:
A
Ja! Helemaal! Eitje!
B
Ja, maar ik moet nog wel heel erg nadenken.
C
Mwah...ik vind het nog best moeilijk. Ik moet nog wat meer oefenen.
D
Nee, ik vind dit nog heel moeilijk. Ik heb extra hulp nodig!

Slide 27 - Quiz