= stukje tekst over een deelonderwerp (stukje van het onderwerp).
Een alinea (zo herken je 'm):
1. begint altijd op een nieuwe regel.
2. alle zinnen in een alinea worden achter elkaar geplakt.
3. een inspringing --> stukje wit voor de eerste letter.
4. vaak staat er tussen twee alinea's een witregel.