Lezen, tekstdoelen en -soorten

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

Wat gaan we doen vandaag?

• Terugblik afgelopen les
• Uitleg nieuwe theorie
• Aan het werk
• Terugblik deze les
• Huiswerk
  

Vandaag

• Aan het einde van de les kan iedereen vier tekstdoelen noemen.
• Aan het einde van de les kan iedereen bij de tekstdoelen benoemen wat de schrijver wil.
• Aan het einde van de les kan iedereen voorbeelden van teksten bij de tekstdoelen geven. 

Waarom tekst?

• De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.
• De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.
• Er zijn verschillende tekstdoelen.
• Er zijn verschillende soorten teksten bij de tekstdoelen.

4 belangrijke tekstdoelen

1. Informeren/instrueren
2. Overtuigen
3. Vermaken/amuseren
4. Overhalen/activeren

Tekstdoel: informeren/instrueren

• Schrijver wil dat je iets te weten komt
• Voorbeelden tekst: nieuwsbericht (krant), schoolboektekst
• Bij een instructietekst lees je HOE je iets moet doen, bijvoorbeeld een recept of gebruiksaanwijzing

Tekstdoel: overtuigen

• Schrijver wil dat je het met hem eens bent (zelfde mening)
• Voorbeelden tekst: reactie op website, ingezonden brief, tekst van politieke partij
  

Tekstdoel: vermaken/amuseren

• Schrijver wil je vermaken, zorgen dat je ontspant.
• Voorbeelden tekst: verhaal, strip, mop, songtekst
  

Tekstdoel: overhalen/activeren

• Schrijver wil dat je iets gaat doen
• Voorbeelden tekst: reclametekst, advertentie, lid worden van een club, actie voor een goed doel.

Aan het werk

• Maken opdrachten van paragraaf 1.5 uit je boek
• Klaar? Ga naar leesapp.online
• Klik minimaal 3 titels aan en lees waar het boek over gaat
• Kies er ééntje uit die je gaat lezen/luisteren
• Maak een account aan (schoolmail!) om het boek te lenen

Evaluatie les

• Je kent vier tekstdoelen;
• Je weet wat de schrijver met de tekst wil bereiken;
•  Je kan bij tekstsoorten het tekstdoel benoemen.