voltooid deelwoord havo3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Guten Morgen!

Willkommen, liebe Schüler von 3E/F!

Planung

SO am 27. Januar!

Vokabeln, Schritt 14+15

volltooid deelwoord

Daarna boek 4!

Heute: Doppelstunde Deutsch

• Zwakke werkwoorden- herhaling
• voltooid deelwoord - nieuw

Lezen: Schritt 1

Drie categorieën zwakke werkwoorden

1. Gewone zwakke werkwoorden

2. Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t

3. Zwakke werkwoorden met een stam op -s of -ß

Stam eindigt op -d of -t, extra e bij du/er/ihr.

Stam eindigt op -s, -z, -ß, bij du alleen -t i.p.v. -st.

Seite 14, Aufgabe 5

het voltooid deelwoord 

Kijk naar de onderstaande zinnen

ik heb brood gegeten.

Piet heeft de pop gemaakt.

Saskia heeft de fiets gerepareerd.

Jan is naar Zwolle gegaan.

Als je wil vertellen dat iets al gebeurt is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.

Dus je verteld iets in de verleden tijd. 

Hoe bouw je de zinnen in een verleden tijd?

Kijk naar de onderstaande zinnen.

Ik heb  een  appel gekocht  =  ich habe  einen Apfel gekauft

ik heb de hele nacht gespeeld = ich habe die ganze Nacht gespielt

Ik  ben thuis geweest = ich bin zu Hause gewesen

Samenvatting 

Als je iets in het verleden  wil vertellen gebruik je:

vorm van sein of haben + voltooid deelwoord:

 Ik heb gezien = Ich habe gesehen

 Hoe vorm je een voltooid deelwoord in het Duits?

Samenvatting  ge + stam +t

Let op !!!!

1. Als de stam van het werkwoord op -t, -d  of een dubbele medeklinker (bijvoorbeeld zeichnen, rechnen öffnen) eindigt, dan komt er een extra -e voor de uitgang.  gewartet

2.  De werkwoorden die eindigen op -ieren, hebben geen ge- voor de stam.

notiert

Let op !!!!

Het is nog derde uitzondering .

De voltooid deelwoorden van  onregelmatige werkwoorden sein en werden zijn:

sein = gewesen

werden = geworden

Geen paniek. Wij zijn nu helemaal klaar met theorie en nu ga je aan de slag met oefenen. 

Het voltooid deelwoord van het werkwoord kaufen is

1. gekauft
2. gekaufd
3. kauft
4. kaufen

Het voltooid deelwoord van het werkwoord haben is

1. habt
2. gehabd
3. gehabt

Het voltooid deelwoord van het werkwoord wohnen is

1. wohnen
2. gewohnd
3. gewohnt
4. wohnt

Het voltooid deelwoord van het werkwoord studieren is

1. gestudiert
2. gestudierd
3. studiert
4. studieren

Het voltooid deelwoord van het werkwoord arbeiten is

1. arbeitet
2. gearbeitet
3. arbeiten
4. gearbeit

Het voltooid deelwoord van het werkwoord werden is

1. gewerdet
2. geworden
3. gewert

Het voltooid deelwoord van het werkwoord melden is

1. gemeldet
2. gemeld
3. gemelt

Waar is een fout ?

1. geöffnet
2. gesucht
3. gewesen
4. gewerden

Er .............. die ganze Zeit gewartet.

1. ist
2. hat

Wie lange hast du in Berlin ..............?

1. gewesen
2. gewohnt
3. gelacht
4. restaurierd

Ga nu aan de slag met de oefentoets

https://www.lessonup.com/nl/lesson/ZKAdJQqwjNyPv5Bp3?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1733432206441&utm_medium=shared-link

Ga aan de slag met opdracht van het WB 14.2 a en c 

Selber machen:

Seite 12, Aufgabe 2

Hausaufgaben

 Schritt 1, Aufgabe 6, 7 und Stempeln, bitte!

'Gewone' zwakke werkwoorden

ich                       mache

du                        machst

er/sie/es           macht

wir                       machen

ihr                        macht

sie/Sie               machen

Lesen

Einen schönen Tag und bis Freitag!