• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Quiz 2. opfrissertje examenstof.

Hoe
A
Demografische transitie is: de overgang van een situatie met hoge geboorte- en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte- en sterftecijfers
B
Demografische transitie is: de overgang van een arm land naar een rijk land.
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe
A
Demografische transitie is: de overgang van een situatie met hoge geboorte- en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte- en sterftecijfers
B
Demografische transitie is: de overgang van een arm land naar een rijk land.

Slide 1 - Quiz

Bij fase 3 hoort de volgende omschrijving:
A
Het sterftecijfer en het geboortecijfer zijn hoog.
B
Het sterftecijfer daalt en het geboortecijfer blijft hoog. De bevolking groeit.
C
Zowel het sterftecijfer als het geboortecijfer zijn laag.
D
Het geboortecijfer en het sterftecijfer dalen. De bevolking groeit relatief niet meer zo snel.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

In welke transitiefase zit Nederland?
A
"1e fase: Zowel het geboortecijfer als het sterftecijfer zijn hoog. Daardoor groeit de bevolking nauwelijks.
B
3e fase: Het geboortecijfer neemt af, terwijl het sterftecijfer laag is. De bevolkingsgroei neemt weer af
C
3e fase: Het geboortecijfer neemt af, terwijl het sterftecijfer laag is. De bevolkingsgroei neemt weer af
D
4e fase: Geboorte- en sterftecijfers zijn allebei laag. In de toekomst zou er een sterfte-overschot kunnen komen.

Slide 4 - Quiz

Deze bevolkingspiramide hoort bij:
A
Oeganda
B
De Verenigde Staten
C
Indonesië
D
Brazilië

Slide 5 - Quiz

Welke indicatoren kun je goed gebruiken voor het vergelijken van landen?
A
BNP, bevolkingsopbouw, beroepsbevolking en koopkracht.
B
Hoe groot een land is en hoeveel mensen er wonen. Het BNP. Analfabetisme. Bevolkingsopbouw.

Slide 6 - Quiz

Push factoren zijn:
A
Alle redenen om naar een gebied of land te gaan.
B
Alle redenen om weg te gaan uit een gebied of land.

Slide 7 - Quiz

Welke grafiek hoort bij China?

Slide 8 - Slide

Grafiek.... hoort bij China
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek3
D
Grafiek 4.

Slide 9 - Quiz

Welke begrippen horen bij exogene krachten?
A
Wereldwijde luchtstromen, verwering, versterkte broeikaseffect ,ijstijden , convectiestromen en transport en erosie.
B
Klimaat, landdegradatie, lahar, meanderen, morene,verwering, erosie en sedimentatie.
C
klimaat, tektoniek, puinhelling en verwoestijning.
D
Caldera, klimaat, lahar, verwering en tsunami.

Slide 10 - Quiz

Welk begrip is hier afgebeeld?
A
Sedimentatie
B
Delta
C
Strand
D
Polder

Slide 11 - Quiz

Wat is het grootste nadeel van het opwekken van energie door fossiele brandstoffen?
A
luchtverontreiniging
B
Het is veel te duur
C
Door de winning ontstaat schade aan het milieu
D
Co2 komt extra vrij (opwarming aarde)

Slide 12 - Quiz

De kaart op de achtergrond is een?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 13 - Quiz

Het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van weer en de werking van planten, noemen we ...
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 14 - Quiz


A
Dit is een jong gebergte
B
Dit is een oud gebergte

Slide 15 - Quiz


A
Dit is een oud gebergte
B
Dit is een jong gebergte

Slide 16 - Quiz

Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt, noemen we ...
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 17 - Quiz

Het uitschuren van materiaal door water, wind en ijs
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 18 - Quiz

Welke rivier in NL bevat gletsjerwater?
A
Rijn
B
Maas
C
Schelde
D
Eems

Slide 19 - Quiz


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 20 - Quiz

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Het water in Hoog Nederland wordt afgevoerd door ... ?
A
Oppervlakkige afwatering
B
Natuurlijke afwatering
C
Met gemalen
D
Met stuwen

Slide 22 - Quiz

Wat is geen taak van de waterschappen?
A
Zorgen voor een goede waterkwaliteit (schoon water).
B
Zorgen voor voldoende waterkwantiteit (hoeveelheid).
C
Beschermen tegen overstromingen (dijken, duinen, stuwen).
D
Het verkeer op zee regelen (veiligheid)

Slide 23 - Quiz

More lessons like this

Quiz: opfrissertje examenstof

December 2024 - Lesson with 34 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Sedimentatie quiz

March 2020 - Lesson with 15 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

wk39 T4 De invloed van water

September 2019 - Lesson with 15 slides
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Formatieve evaluatie SA H2

March 2024 - Lesson with 14 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Water H3 oefenvragen

February 2019 - Lesson with 19 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

AK herhaling H2 paragraaf 2 t/m 5

October 2021 - Lesson with 13 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Water hst 2 China Par 2.3

February 2019 - Lesson with 11 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Sedimentatie

September 2024 - Lesson with 28 slides
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings