les 2: Netwerkkaart

Begeleiden bij zelf -en samenredzaamheid. 
Lesafsluiting wijkgericht werken!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BegeleidenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Begeleiden bij zelf -en samenredzaamheid. 
Lesafsluiting wijkgericht werken!

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
- Klein stukje herhaling. 
- Uitleg netwerkcirkel 
- Opdracht netwerkcirkel 

Slide 2 - Slide

Wijkgericht werken?

Slide 3 - Mind map

WMO

Slide 4 - Slide


Zelfredzaamheid:
Het vermogen om je in het leven zelf te redden. 

S
amenredzaamheid:
Het vermogen om je in het leven zelf te redden met hulp van mensen in jouw netwerk. 

Eigen kracht:
 
Je talenten en je mogelijkheden om zelf oplossingen te bedenken voor situaties. 

Zelfregie: 
Zelf richting geven aan je leven, ook wanneer je een beroep op anderen moet doen om zelfredzaam te kunnen zijn. 

Slide 5 - Slide

Netwerkcirkel 

Slide 6 - Slide

Familie: broers, zussen, nichten, neven, etc. 
clientcontacten: mensen uit het verzorgingshuis, leren kennen bij therapie, etc. 
professionele contacten: huisarts, activiteitenbegeleiding, collega's  
samenleving: overige bekenden, buren, mensen van de bingo, etc.

Slide 7 - Slide

De gele stip: 

Is de persoon waarvoor de netwerkcirkel gemaakt wordt 

Slide 8 - Slide

Intimiteit: 

- Mensen die je het aller-dierbaarst zijn, die je door dik en dun steunen. 

- Mensen die voor jou "onmisbaar" zijn.

Slide 9 - Slide

Vriendschap:

- Andere mensen die dicht bij de cliënt staan. 

- Ze weten waar hij mee bezig is.
 
- Ze kennen een aantal van zijn zorgen en zwakke plekken. 

- Ze wensen dat het goed met hem gaat. 

Slide 10 - Slide

Bekenden:

- De cliënt kent deze mensen wel, maar ze staan niet echt dichtbij hem. 

- Ze kennen elkaar, spreken met elkaar af, maar ze komen niet vaak bij elkaar over de vloer.

Slide 11 - Slide

Diensten:

- De relatie tussen de persoon en deze cliënt is functioneel. 

- De cliënt maakt gebruik van diensten. 

Slide 12 - Slide

 Maak een netwerkkaart voor Lucas. 

1. Lees de casus goed door, casus Lucas
2. Maak een netwerkkaart van/voor Lucas (zie de beschrijving: Netwerkkaart)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

opdracht 
Maak tweetallen en maak een netwerkcirkel van elkaar. 

Denk daarbij na:
- Hoe bereid je het maken van een netwerkcirkel voor?
- Welke vragen kun je stellen als je dit met een cliënt uitvoert? 
- Hoe zorg jij dat je zo veel mogelijk contacten in de netwerkcirkel kunt zetten?

Slide 15 - Slide