NN3 wwg of nwg

KOPPELWERKWOORDEN

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

KOPPELWERKWOORDEN

Slide 1 - Slide

Herhaling
•zww: 1 in de zin
•hww: 1 of meer
Voorbeeld
-Steven krijgt een nieuw spel.
-Steven heeft een nieuw spel gekregen.
- Steven zal een nieuw spel gaan krijgen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Uitleg
Het kww komt voor in een ander soort gezegde het naamwoordelijke gezegde: KWW, Bijv.nw of ZWW

Slide 4 - Slide

Wat zijn de KWW
•Je hebt er 9, maar de volgende 6 moet je kennen:
-zijn                           
-worden                  
-blijven
-blijken
-lijken
-schijnen

Slide 5 - Slide

Het KWW geeft GEEN handeling aan maar koppelt het ONDW van een zin aan het deel waarin het bijv.nw en/of ZNW staat 


Slide 6 - Slide

• De deur van de garage blijft wit.
-ONDW = de deur van de garage
-WW blijft geeft geen handeling aan maar koppelt wit aan de deur van de garage
• Hanna is een goede hockeyster.
-ONDW = Hanna
-WW is geeft geen handeling aan maar koppelt Hanna aan een goed hockeyster

Slide 7 - Slide

• Als het KWW het onderwerp koppelt aan een naamwoordelijk deel met een ZNW kun je het KWW meestal vervangen door een = -teken
• Als het KWW het ONDW koppelt aan een naamwoordelijk deel met een  Bijv. NW, kun je het Bijv. NW voor het ZNW in het onderwerp plaatsen
• Het KWW kun je dan weglaten

Slide 8 - Slide

• Als het KWW het ONDW koppelt aan een naamwoordelijk deel met een Bijv. NW, kun je het Bijv. NW voor het ZNW in het onderwerp plaatsen
• Het KWW kun je dan weglaten

Haar buurvrouw is  ziek
                 zn        kww   bn
Haar zieke buurvrouw

Slide 9 - Slide

Wat zijn de koppelwerkwoorden
(Type ze allemaal apart)

Slide 10 - Mind map

Wat is het KWW in deze zin:
'Josje is juf.'

Slide 11 - Open question

Wat is het KWW in deze zin:
'Bram is jarig geweest.'

Slide 12 - Open question

Wat is het KWW in deze zin:
'Onze nieuwe docent blijkt heel aardig te zijn.'

Slide 13 - Open question

Wat is het KWW in deze zin?
'Een beter milieu begint bij jezelf.'

A
Beter
B
Begint
C
Er is geen KWW
D
Jezelf

Slide 14 - Quiz

Wat is het KWW in deze zin?
'Mijn oma wordt morgen honderd jaar.'
A
wordt
B
Er is geen KWW
C
honderd
D
Mijn oma

Slide 15 - Quiz