Voortplanting en zwangerschap

Voortplanting
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen de normale zwangerschap
  • De student kent en kan toepassen/uitleggen: 
  • 1. De anatomie en fysiologie van de vrouwelijke geslachtsorganen
  • 2. Het ontstaan van een zwangerschap. Van menstruatiecyclus tot bevruchting met de bijbehorende hormonale veranderingen.
  • 3. Hoe een zwangerschap wordt vastgesteld
  • 4. Hoe de uitgerekende datum (A-terme datum) berekend wordt
  • 5. De ontwikkeling van een embryo en foetus tot aan de bevalling
  • 6. 1Hoe de verschillende termijnen van bevallen genoemd worden in medische taal (veel te vroeg, te vroeg, op tijd en overtijd) met de bijbehorende zwangerschapsweken


Slide 2 - Slide

Anatomie van de geslachtsorganen
Aan de buitenkant zie je verschillen: de genitalia externa​ of uitwendige geslachtsorganen
Aan de binnenkant zijn er verschillen: de genitalia interna of inwendige geslachtsorganen


 

Slide 3 - Slide

uitwendige
geslachtsorganen

Slide 4 - Mind map

inwendige
geslachtsorganen

Slide 5 - Mind map

Inwendige geslachtsorganen

Slide 6 - Slide

uitwendige geslachtsorganen

Slide 7 - Slide

Wat is de latijnse naam voor eistokken?
A
uterus
B
ovaria
C
tuba
D
cervix

Slide 8 - Quiz

Wat is de Latijnse naam voor baarmoeder?
A
ovarium
B
vulva
C
uterus
D
cervix

Slide 9 - Quiz

baarmoeder
eierstok
Baarmoedermond
Baarmoederhals
eileider
schaamlippen
uterus
tubae
Portio
ovaria
cervix
labia

Slide 10 - Drag question

Geslachtshormonen
Dit zijn stoffen die door kliercellen worden aangemaakt en aan het ​ bloed worden afgegeven.​ 

Belangrijkste vrouwelijke hormonen:​
 oestrogeen en progesteron.​
Belangrijkste mannelijke hormoon:​
 testosteron.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Maak deze vragen
1. Uit welke fasen bestaat de menstruele cyclus?​ 
2. Beschrijf wat er gebeurd in elke fase​
3. Wanneer ben je vruchtbaar als vrouw?​
4. Welke hormonen spelen een rol bij de menstruatie? En wat regelen ze dan?​
5. Welke hormonen spelen een rol bij de vruchtbaarheid van een man?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Leerdoelen de normale zwangerschap
  • De student kent en kan toepassen/uitleggen: 
  • 1. De anatomie en fysiologie van de vrouwelijke geslachtsorganen
  • 2. Het ontstaan van een zwangerschap. Van menstruatiecyclus tot bevruchting met de bijbehorende hormonale veranderingen.
  • 3. Hoe een zwangerschap wordt vastgesteld
  • 4. Hoe de uitgerekende datum (A-terme datum) berekend wordt
  • 5. De ontwikkeling van een embryo en foetus tot aan de bevalling
  • 6. 1Hoe de verschillende termijnen van bevallen genoemd worden in medische taal (veel te vroeg, te vroeg, op tijd en overtijd) met de bijbehorende zwangerschapsweken


Slide 15 - Slide

vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 16 - Slide

Bevruchting
De rijpe eicel leeft ongeveer een halve dag na de ​ eisprong. ​ 
Zaadcellen komen in de schede,​  ze overleven ongeveer 4872/ uur​ in het lichaam van de vrouw.​ 
Ze passeren de cervix en bereiken​
de eileider. 
Daar​ kunnen ze een eicel bevruchten.

Slide 17 - Slide

Zwanger
  • Bevruchting → klompje cellen
  • Innesteling in het
    baarmoederslijmvlies
  • Groeit uit tot een embryo
  • Baarmoederslijmvlies zorgt de
    eerste weken voor voeding van het embryo.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Placenta en foetus
  • Placenta, nageboorte of 'moederkoek'
  • Ontstaat enige tijd na de innesteling
  • Voedinggstoffen voor embryo via placenta.

Slide 22 - Slide

verschijnselen zwangerschap

Slide 23 - Mind map

Pre natale screening

Slide 24 - Slide

Vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen en vruchtwater:
  • Groei, beweging, bescherming.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
A
32-35 weken
B
35-38 weken
C
38-41 weken
D
41-44 weken

Slide 27 - Quiz

Geboren na een normale zwangerschapsduur
Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)
Te laat geboren (twee weken na uitgerekende datum)
Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap
Serotien
Prematuur
Dysmatuur
A terme

Slide 28 - Drag question

Waar zal je zorg na de bevalling uit bestaan?

Slide 29 - Open question