Thema 1: Gezonde luchtwegen

LEERDOELEN bs 5 
- je kunt het effect van schone lucht of vervuilde lucht op je longen uitleggen
- je weet waarom de luchtwegen minder goed functioneren bij astma, COPD en hooikoorts
Thema 1: Verbranding en ademhaling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LEERDOELEN bs 5 
- je kunt het effect van schone lucht of vervuilde lucht op je longen uitleggen
- je weet waarom de luchtwegen minder goed functioneren bij astma, COPD en hooikoorts
Thema 1: Verbranding en ademhaling

Slide 1 - Slide

Eerst het HW controleren
En huiswerk bespreken via LessonUp

Slide 2 - Slide

Opdracht 1

Slide 3 - Slide

longblaasjes
longen
brochiën
luchtpijptakjes
luchtpijp

Slide 4 - Drag question

Opdr. 5b) Berend heeft het eerste uur biologieles. Als hij het lokaal binnenkomt, staan de ramen open. Voordat de les begint, sluit de docent de ramen.
Van welk gas of van welke gassen is het percentage in de lucht van het klaslokaal gedaald aan het einde van de les?
A
Koolstofdioxide
B
Stikstof
C
Zuurstof
D
Zowel zuurstof als koolstofdioxide

Slide 5 - Quiz

Opdr. 5c)
Van welk gas of van welke gassen is het percentage in de lucht van het klaslokaal toegenomen aan het einde van de les?
A
Koolstofdioxide
B
Waterdamp
C
Zuurstof
D
Zowel waterdamp als koolstofdioxide

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Een deel van de ingeademde lucht komt terecht in de zogenoemde dode ruimte: delen van
het ademhalingsstelsel waar geen gaswisseling kan plaatsvinden.
Na een inademing zit er lucht in de luchtpijp, bronchiën, luchtpijptakjes en longblaasjes.

In welk deel of welke delen kan geen gaswisseling plaatsvinden? 

Slide 8 - Slide

Opdr. 7c)
Antagonisten zijn spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft. Welke spieren werken als antagonisten van de middenrifspieren bij de ademhaling?
A
Buikspieren
B
Tussenribspieren
C
Rugspieren
D
Borstspier

Slide 9 - Quiz

Wat gebeurt er met de
dode ruimte tijdens
het snorkelen?
A
Deze wordt verkleind
B
Deze wordt vergroot

Slide 10 - Quiz


In de afbeelding zie je een trosje longblaasjes.

Wat geeft pijl 1 in afb. aan?

A
koolstofdioxide-arm bloed
B
koolstofdioxide-rijke lucht
C
zuurstofarm bloed
D
zuurstofrijke lucht

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Kan door roken astma worden veroorzaakt?
En kan door roken COPD worden veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 14 - Quiz

COPD is een chronische ontsteking aan de?
A
Bronchien
B
Longen
C
Logblaasjes
D
Luchtwegen

Slide 15 - Quiz

Wat is GÉÉN verschil tussen
astma en COPD
A
Astma heb je vanaf je geboorte en COPD krijg je later
B
Astma komt in aanvallen en COPD heb je altijd
C
Astma komt door roken en COPD komt door pollen
D
Astma is redelijk te behandelen, COPD niet

Slide 16 - Quiz

Hooikoorts (een vorm van allergische rhinitis = ontsteking van het neusslijmvlies) is één van de meest voorkomende allergieën.
Ongeveer 25-30% van de Nederlanders heeft last van hooikoorts.

Als je last hebt van hooikoorts dan betekent dit dat je lichaam overgevoelig is voor stuifmeel (pollen) van sommige bloeiende grassen, bomen en planten. Een andere benaming voor hooikoorts is pollenallergie of pollinose.
Hooikoorts
  • loopneus
  • tranende, jeukende en/of branderige ogen
  • niesbuien
  • verstopte neus

Slide 17 - Slide

Sonja heeft elk jaar in juni brandende ogen, een loopneus en een piepende ademhaling. De dokter zegt dat ze hooikoorts heeft. Ze reageert allergisch op stuifmeelkorrels van grassen. Stuifmeelkorrels zijn voor Sonja dan:

A
antibiotica
B
allergenen
C
antistoffen
D
mestcellen

Slide 18 - Quiz

HUISWERK
  • Bestudeer BS 5 Gezonde Luchtwegen
  •  Maak opdrachten 1 t/m 3 en 5 t/m 8
LET OP !!!
Woensdag 4 okt. zijn
jullie presentaties

Slide 19 - Slide