This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
Welkom!
02.06.2025
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik
Verder 4.3
KNM
Slide 2 - Slide
Terugblik
Wb4.3c kaartje bespreken (KNM)
KNM thema 5 opdr. 9 + 10
TC opdr. 64 + 65
Bestuderen tekst blz. 167 + blauwe woorden
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
4.3
Maak tweetallen
Oefen samen het gesprek bij opdr. 62
Klaar? Wissel de rollen om
Tip: gebruik de zinnen op blz. 163
Slide 5 - Slide
4.4
Bekijk de vragen bij opdr. 66
Klassikaal bespreken
Slide 6 - Slide
4.4
Blauwe woorden (blz. 169)
Slide 7 - Slide
4.4
Lees de tekst op blz. 167 eerst zelfstandig
Maak tweetallen
Je ziet de tekst en het budgetoverzicht
5 dingen uit het overzicht kloppen niet met de tekst
Dit kunnen getallen of woorden zijn
Bespreken
Slide 8 - Slide
4.4
Maak opdr. 68, 69, 70, 71 + 72 zelfstandig
Bespreken
Slide 9 - Slide
4.4
Luister naar tekst 4.4 (deel 1)
Wat heb je gehoord over Ellen?
Slide 10 - Slide
4.4
Luister nog een keer naar de tekst
Probeer zo precies mogelijk te luisteren. Schrijf ook informatie op die je hoort.
Maak een tweetal
Wat heb je nog meer gehoord over Ellen?
Vertel het verhaal om de beurt na.
Hoe gaat het verhaal verder, denk je? Schrijf het in een paar woorden op.
Slide 11 - Slide
4.4
Bekijk opdr. 78
Luister nu naar tekst 4.4 (deel 2)
Welke zin is waar?
Slide 12 - Slide
4.4
Luister nu naar het hele verhaal
Maak een nieuw tweetal
Wat heb je gehoord? Vertel het hele verhaal samen na
Slide 13 - Slide
4.4
Bekijk opdr. 81
Lees de tips
Welke tips vind jij interessant?
Welke tips doe jij al?
Slide 14 - Slide
4.4
Bekijk het rode blokje op blz. 172
In sommige zinnen kun je de combinatie ''om...te...'' gebruiken
Ik gebruik een pen om dingen op te schrijven
Slide 15 - Slide
4.4
Soms gebruik je in een zin alleen het woordje ''te''
Na de werkwoorden beginnen, beloven, besluiten, durven, hoeven, proberen, vergeten, vragen en weigerenkun je het woord ''te'' en een tweede werkwoord gebruiken.
Hij besluit te verhuizen naar Duitsland.
Sasha probeert de voordeur te openen.
De man weigert de boete te betalen.
Slide 16 - Slide
4.4
Soms is het tweede werkwoord een scheidbaar werkwoord
Bij het gebruiken van ''te'' scheid je het werkwoord (net als bij om...te...).
De zoon van Mark belooft zijn tas op tijd in te pakken (inpakken is scheidbaar).
Rianne is vergeten de brief op te sturen (opsturen is scheidbaar).
Het kleine kindje durft de brug niet over te steken (oversteken is scheidbaar).
Slide 17 - Slide
4.4
Let op!!!
Bij het werkwoord hoeven gebruik je altijd niet of geen.
Ik hoef geen koffie te halen.
In de zomer hoeven kinderen niet naar school te gaan.
Slide 18 - Slide
wordwall.net
Slide 19 - Link
zichtbaarnederlands.nl
Slide 20 - Link
4.4
Maak opdr. 82, 83 + 84
Bespreken
Slide 21 - Slide
4.4
Maak tweetallen
Bekijk opdr. 85
Cursist A leest de vraag
Cursist B geeft antwoord en maakt de zin af
Klaar? Draai de rollen om
Slide 22 - Slide
4.4
Maak tweetallen
Bekijk opdr. 86
Lees de vragen
Geef antwoord. Gebruik het werkwoord tussen haakjes.