Debat

1 / 18
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Vandaag:
Uitleg 
- Wat is een debat?
- Hoe voer je een debat?
Voorbeelden 
Oefenen met het opschrijven van argumenten
Een stelling kiezen die je verder uit gaat werken voor de volgende les


Slide 2 - Slide

Debatteren
  • Bij debatteren ben je voor of tegen een stelling.

Slide 3 - Slide

Het debat

Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten. 
Het doel van een debat is om de ander te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen / het overtuigendst is.

Een debat is een discussie met regels.

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Regels in een debat
Regel 1


Richt je tot de voorzitter en de andere partijen. Het is een spel. Probeer de ander te overtuigen van je gelijk.

Slide 6 - Slide


Regel 2


Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

Slide 7 - Slide


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, wacht je tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden van stellingen
1 “Overheid moet de prijzen  verhogen op ongezonde producten” 
2 “De overheid moet "prijzen de verlagen op gezonde producten”
3 " Plasticverpakking bij inpakken van voedsel moet verboden worden"



Slide 9 - Slide

Voorbeeld met uitwerking

"Scholieren met overgewicht moeten iedere dag verplicht nablijven voor extra gymlessen".





Kijk naar het debat van leerlingen over deze stelling:

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Stelling:
Mobiele telefoons in de klas zouden verboden moeten worden.

Noteer zoveel mogelijk argumenten VOOR deze stelling.
Noteer zoveel mogelijk argumenten TEGEN deze stelling.

Slide 13 - Slide

Argumenten VOOR
1. Telefoons zorgen voor afleiding in de les. Dat is erg, omdat
leerlingen dan lagere cijfers halen.
2. Dan kunnen leerlingen niet stiekem vervelende filmpjes
van elkaar maken en online delen.
3. Leraren geven nu voor niets les als leerlingen
steeds op hun mobiel kijken.

Slide 14 - Slide

Argumenten TEGEN
 1. Leerlingen moeten er zelf voor zorgen dat ze niet afgeleid worden.
2. Dan zijn de leerlingen niet meer bereikbaar. Als er iets ergs is gebeurd met je opa of oma, kun je niet meteen
worden gebeld.
3. Dan kunnen ze niet meer worden gebruikt voor goede dingen (opzoeken van informatie of het spelen van Kahoot.)

Slide 15 - Slide

Aan het werk
Bekijk de stellingen op de volgende dia's. Kies de stelling die je het meeste aanspreekt. We maken groepjes en we kiezen wie voor en tegen is. In deze les gaan we alvast argumenten bedenken in een groepje. 

Slide 16 - Slide

Stellingen:
LEERLINGEN MOGEN PAS WERKEN NA HET BEHALEN VAN HUN EINDEXAMEN

KLASGENOTEN MOET JE ALTIJD ACCEPTEREN OP SOCIAL MEDIA.

ENERGIEDRANKJES MOETEN VERBODEN WORDEN OP SCHOLEN.

JONGEREN MOGEN PAS VANAF HUN 16E MAKE-UP DRAGEN.

OUDERS MOETEN ALTIJD KUNNEN MEEKIJKEN MET HET INTERNET- EN TELEFOONGEDRAG VAN HUN KINDEREN.



Slide 17 - Slide

Controleer jezelf
1
Iedereen kwam aan het woord.
2
De voor- en tegenstanders lieten elkaar uitpraten.
3
De voor- en tegenstanders reageerden op elkaars argumenten.
4
De deelnemers luisterden naar de debatleider.
5
De argumenten gingen over de stelling.
6
De argumenten waren gebaseerd op feiten.
7
De argumenten waren voorzien van goede voorbeelden.













Slide 18 - Slide