Stijlfiguren

Stijlfiguren
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In de volgende video van Arnoud Kuijpers worden alle stijlfiguren behandeld, ook een paar die je niet op de toets krijgt, maar die wel handig zijn voor je eindexamen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

stijlfiguren om je lichter of zwaarder uit te drukken (NN blz 139)
Eufemisme
Understatement
Ironie
Sarcasme
Hyperbool

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eufemisme
Als je iets wat niet prettig of niet netjes is, op een verzachtende/ verbloemende/ nette manier onder woorden brengt.
- Hoe is het met uw stoelgang?’, informeerde de dokter.
- Door werkzaamheden heeft u wat extra reistijd naar Amsterdam.
- We hebben onze hond laten inslapen.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Understatement
Bij een understatement wordt iets op een spottende manier verkleind of verzwakt. Het verschil met het eufemisme zit hem in de spot.
- Bill Gates heeft een aardig zakcentje verdiend met zijn computers.
- Hij doet het helemaal niet verkeerd als trainer (gezegd na een overwinning voor zijn team met 10-0).



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ironie
Een vorm van spot, maar nooit kwetsend bedoeld. Je bedoelt het tegenovergestelde van wat je zegt.
- Het regent keihard en je zegt: “Wat een geweldig weer om een strandwandeling te maken!”
Hier laat je, door het tegenovergestelde te zeggen, merken dat het weer juist verschrikkelijk is om naar het strand te gaan.
- 'Wat is het hier toch weer lekker warm' (in een ijskoud lokaal).

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Sarcasme
Sarcasme is een scherpe, vaak snijdende manier van spreken waarbij iemand het tegenovergestelde zegt van wat hij/zij bedoelt om iemand te bespotten of iets belachelijk te maken. De toon is scherper dan bij ironie ren kan wel kwetsend zijn.

- 'Wat heb je dit toch weer fantastisch geregeld', zei haar vriendin toen ze voor de tweede keer voor een dichte deur stonden bij het restaurant.
- Wat fijn dat ik echt op jou kan bouwen', zei de moeder toen haar dochter alweer te laat kwam.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hyperbool
Bij een hyperbool wordt iets op een overdreven manier uitgedrukt. Je gebruikt een hyperbool om iets te laten opvallen.

Ik heb een eeuw staan wachten.
Ik ben in een seconde terug.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Hij heeft een glaasje jenever te veel op.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
ironie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Ik heb van de zenuwen geen oog dicht gedaan.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
ironie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

'Een leuk karretje', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
ironie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten inslapen.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
ironie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Mijn vriend is bepaald niet dom.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
ironie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

"Oh wauw, goed gedaan! Echt een geweldige prestatie om zelfs dát nog fout te krijgen."
A
ironie
B
sarcasme
C
understatement
D
hyperbool

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

"Ja joh, ik heb echt een talent voor verdwalen," zei hij terwijl hij voor de derde keer dezelfde straat in liep.
A
ironie
B
sarcasme
C
understatement
D
hyperbool

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Stijlfiguren om iets extra nadruk te geven.
Repetitio
Anafoor
Tautologie
Pleonasme
Climax
Anticlimax
Antithese

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Repetitio
Je herhaalt hetzelfde woord of woorden om er de aandacht op te vestigen. Dat kan op elke plaats in de zin.

- Uur na uur zagen we hetzelfde tijdens de rit.
- Hij voelde verdriet, verdriet en nog eens verdriet.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Anafoor
Er staan meerdere zinnen achter elkaar die op dezelfde manier beginnen.
Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 
Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. 
Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. 
Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tautologie
Tautologie is het herhalen van dezelfde betekenis met andere woorden.

- voor eeuwig en altijd
- nooit en te nimmer
- stevig en vast

Slide 20 - Slide

Geef een voorbeeld van tautologie en vraag de studenten om andere voorbeelden te bedenken.
Pleonasme
Bij een pleonasme benoem je iets wat eigenlijk al in het woord zit. Vaak is het een andere woordsoort.

Ik houd niet zo van dat natte water.
Hij wandelde over het groene gras.
Hij tekende een ronde cirkel.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Antithese
Bij een antithese zet je verschillende dingen tegenover elkaar zodat ze meer opvallen.

- In een politieserie heb je altijd de goedaardige agent en zijn strenge collega.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

"We vechten voor vrijheid. We vechten voor gerechtigheid. We vechten voor een betere toekomst."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

"Het regent in de straten. Het regent in de harten. Het regent in onze gedachten."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

"Dat boek is saai, echt heel saai."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

"Nooit, nooit zal ik dit vergeten."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

"De oude man was eenzaam en alleen in zijn huis."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

"Het is gratis en voor niets om naar de tentoonstelling te gaan."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

"Hij viel naar beneden van de trap."
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

"Ze knipte een ronde cirkel uit het papier.
A
repetitio
B
anafoor
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Stijlfiguren om de lezer aan het denken te zetten of een grappig effect te bereiken.
Paradox
Woordspeling

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Paradox
Een schijnbare tegenstelling. Hij bestaat uit een combinatie die niet lijkt te kloppen. Als je er dan nog eens over nadenkt, blijkt het toch wel mogelijk te zijn.

Schrijven is de kunst van het schrappen.
Weinig alcohol kan te veel zijn.


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Antithese of paradox?
Hij zei dat hij zichzelf heel succesvol, goed, knap en bescheiden vond.
A
Antithese
B
Paradox

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Antithese of paradox?
Zij steunen elkaar door dik en dun.
A
Antithese
B
Paradox

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Antithese of paradox?
"Hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je niets weet."
A
Antithese
B
Paradox

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Woordspeling
Een woordspeling gebruik je om een grappig effect te bereiken. Bij een woordspeling worden één of meer woorden in twee betekenissen tegelijk gebruikt.

Drink met maten, nooit alleen.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Link

This item has no instructions