§1.1 Waar heb jij behoefte aan?

§1.1 Waar heb jij behoefte aan?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§1.1 Waar heb jij behoefte aan?

Slide 1 - Slide

Je gaat zo eerst het hele filmpje bekijken 
en daarna de vragen maken.

Je mag ook antwoorden opzoeken in je boek. Het zoeken naar de juiste antwoorden is namelijk ook een vorm van leren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het belangrijkst vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het stomst vindt

Slide 4 - Quiz


Wat zijn secundaire behoeften?
A
alle overige behoeften
B
de behoefte aan luxe goederen
C
de middelen om in je behoefte te voorzien
D
de noodzakelijke levensbehoeften

Slide 5 - Quiz

Maartje bakt zelf een taart voor haar verjaardag dit is..
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening
C
Primaire behoefte
D
Basisbehoefte

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de 3 soorten primaire behoeften?
A
Kleren, fiets en jas
B
Voeding, woonruimte en kleren
C
Telefoon, voeding en woonruimte
D
Fiets, huis en schoenen

Slide 7 - Quiz

wat is geen primaire behoefte
A
een boterham
B
een tv
C
een huis om in te wonen
D
goede schoenen

Slide 8 - Quiz

Ellen gaat in de pauze naar de supermarkt om een frikandelbroodje te kopen, dit is...
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening
C
Produceren
D
Welvaart

Slide 9 - Quiz


Wat zijn primaire behoeften?
A
alle overige behoeften
B
de behoefte aan luxe goederen
C
de middelen om in je behoefte te voorzien
D
de noodzakelijke levensbehoeften

Slide 10 - Quiz

Schaarse goederen
Vrije goederen
Tafel
Zonlicht
Drinkwater
Zeewater
Scooters
Zuurstof buiten
Zuurstof voor duikers
Natuur
Tijd

Slide 11 - Drag question

Juist of onjuist:
Consumenten moeten prioriteiten stellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren

Slide 13 - Quiz

In de economie gaat het vaak over welvaart, als Thijs door een verhoging van zijn loon nu vaker uit eten kan, wordt zijn welvaart                         , dit betekent dat je  in meer                         kunt voorzien. Je kunt je welvaart ook vergroten door 
 
Kies uit:
  
behoeften
zelfvoorziening
groter
kleiner
schaarste
goederen

Slide 14 - Drag question

Het kopen van goederen en diensten voor eigen gebruik noemen we....
A
Produceren
B
Welvaart
C
Consumeren
D
Diensten

Slide 15 - Quiz

Wat is zelfvoorziening?
A
Dat je jezelf voor je ziet
B
Wanneer je zelf in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
C
Zelf groenten verbouwen, zelf je huis schilderen, zelf jam maken.
D
Wanneer je producten verkoopt in je winkel

Slide 16 - Quiz

Heeft iedereen dezelfde prioriteiten met betrekking tot het kopen van dingen?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Je bent geweldig!
Maak nu uit je boek de vragen 
1 tm 5 op blz. 32

Slide 18 - Slide