G2A WO 20 jan 2021

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

20 januari 2021

20 januari 2021

G2A Latijn

Wat gaan we doen?

Zijn er vragen?

Instructies toetsweek

Oefentoets

TW2

Instructies

Wat moet je kennen?

• Woordjes les 1 t/m 10 (dikgedrukt), incl. meervoud,

• Grammatica: de aantekeningen 2.1 t/m 2.6 in HB. 

• De gelezen teksten VIII t/m X inhoudelijk en taalkundig/grammaticaal

• Achtergronden van alle lessen van Thema II (VIII t/m X p.45),

Wat moet je kunnen?

• Werkwoordsvormen herkennen en benoemen.

• Woordsoorten onderscheiden: zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel etc.

• Grammaticale functies herkennen: onderwerp, lijdend voorwerp, persoonsvorm, meewerkend voorwerp, bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling.

• Naamvallen herkennen en benoemen.

• Geleerde woordjes los vertalen, of in de context van een zin.

• Gevraagde vormen van geleerde woordjes geven,

• Eenvoudige zinnen van geleerde woordjes vertalen (tot het niveau van les 10),

• Vragen bij gelezen teksten over grammatica of inhoud beantwoorden,

• Bepaalde zaken in een historische / culturele context plaatsen (bijv: ‘wat wilde de keizer bereiken met “brood en spelen”?’

Voor de zekerheid:

• Van het praesens moet je alle persoonsvormen kennen.
• Van het imperfectum en perfectum hoef je alleen de 3e enkelvoud en 3e meervoud te kennen.

Hulpmiddelen

Je mag de teksten uit je tekstboek gebruiken

Oefentoets Klas 2

20 januari 2021

Voor deze oefentoets heb je nodig: 

computer/laptop/chromebook (voor de vragen en presentatie)

telefoon (voor de antwoorden)

Les 8

De volgende vragen gaan over de tekst van les 8 (TB p.39)

rr.1-2: 'Mater sedet cum filio et filia sub columnis templi Castoris et Pollucis.'

Wat is het onderwerp in deze zin?

r.1: filia

Verklaar het gebruik van de ablativus.

r.1: filia

In welke naamval staat dit woord?

r.4: impatientes

Geef naamval en getal

1. nominativus enkelvoud
2. nominativus meervoud
3. accusativus meervoud
4. genitivus enkelvoud

r.4: ibi
Waar is dat precies?
Citeer het Latijnse tekstelement

r.5: Aulus discedere temptat

Waarom doet hij dat? Antwoord in het Nederlands

r.8: discedetis

Vertaal deze vorm

r.9: via, turba

In welke naamval staan beide woorden?

1. beide nominativus
2. beide ablativus
3. via: nominativus, turba: ablativus
4. via: ablativus, turba: nominativus

Losse werkwoordsvormen

Vertaal de gegeven werkwoordsvormen

debet

incipiunt

nuntiamus

spectavit

possum

audite

intraverunt

tenebat

ardetis

rogabant

Rijtjes

Er worden telkens halve rijtjes gevraagd: de persoonsvormen van het enkelvoud (ev) of het meervoud (mv). 

Bijvoorbeeld: 'Geef alle persoonsvormen ev van rogare' 

Antwoord: 

rogo

rogas

rogat

NB: er worden telkens infinitivi gegeven. 

Let op de uitgang -ere (mk-stam) of -ēre (e-stam)

Geef alle persoonsvormen ev van:
vetare

Geef alle persoonsvormen mv van:
posse

Geef alle persoonsvormen ev van:
sum

Geef alle persoonsvormen mv van:
tenēre

Geef alle persoonsvormen mv van:
dicere

Vertaal de volgende zinnetjes

In amphitheatrum pueri pugnam spectabant et deinde patri de spectaculis narrabant.

In urbe populus triumphum celebrat. Ecce: iam veniunt milites.

Faveo sorori, quod eam valde amo.

Gladiatores gladiis pugnabant dum homines clamabant.

Is het zinnetje goed vertaald?

Antwoord ja / nee

Bij 'nee' verbeter je de fout

Ubique in arena pantheras et leones bestiarii petebant.

'Overal in de arena vielen de panters en de
leeuwen de dierenvechters aan.'

Goed of fout?

Indien fout: verbeter de fout 

Achtergronden

Wat is hier afgebeeld? 

Waaraan zie je dat? Noem drie zaken.

Antwoord op de volgende dia.

Wat is hier afgebeeld?
Waaraan zie je dat? Noem drie zaken.

EINDE

Huiswerk vrijdag as:

• Leren voor de toets
• Extra aandacht voor teksten, grammatica en woordjes van les 9&10