Je weet wat oppervlaktewater en grondwater is.
Je kan uitleggen hoe drinkwater wordt gemaakt uit oppervlaktewater.
Je kan uitleggen hoe drinkwater wordt gemaakt uit grondwater.
Je kan uitleggen hoe drinkwater wordt gemaakt uit duinwater.
Je kan uitleggen wat een suspensie is en wat een oplossing is en je kan deze herkennen.
Je kan uitleggen wanneer je moet bezinken of filtreren.
Je kan de scheidingsmethoden bezinken en filtreren uitleggen en toepassen.
Je kent de begrippen: residu en filtraat
Je kan uitleggen hoe je een oplossing moet scheiden.
Je kan de scheidingsmethoden indampen, destilleren en adsorberen uitleggen en toepassen.
Je kent het verschil tussen absorberen en adsorberen.
Je kent de begrippen adsorptiemiddel en Norit.