open gesloten en keuze vragen

Open, gesloten en keuze vragen
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Open, gesloten en keuze vragen

Slide 1 - Slide

Open vragen 

Slide 2 - Slide

Gesloten vragen

Slide 3 - Slide

Keuze vragen
Wil je koffie of thee?


Slide 4 - Slide

Is het een gesloten, open of keuze vraag? 

Slide 5 - Slide

Wat wil je drinken?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 6 - Quiz

Wil je binnen of buiten spelen?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 7 - Quiz

Heb je zin in een wandeling?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 8 - Quiz

Wil je aardbei of chocolade taart?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 9 - Quiz

Wat hebben jullie gedaan dit weekend?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 10 - Quiz

Heb je nog veel pijn aan je knie?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 11 - Quiz

Wil je knutselen of muziek spelen?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 12 - Quiz

Waar loop je stage?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 13 - Quiz

Voor en nadelen gesloten vragen
Voordelen
- het antwoord is duidelijk, geen gedraai eromheen
- je kunt met een gesloten vraag iets samenvatten
(b.v. Je bent dus erg tevreden over je school?)

Nadelen
- je krijgt weinig info, waardoor je je gesprekspartner niet goed zult kunnen begrijpen, dus kans op miscommunicatie

Slide 14 - Slide

Voor en nadelen open vragen
Voordelen
Door middel van open vragen, creëer je in een gesprek:
- meer sfeer;
- je krijgt meer informatie, waarop je kunt doorvragen;

Nadelen
Als iemand zeer makkelijk praat, blijft diegene maar kletsen.


Slide 15 - Slide

Maak van de gesloten vraag een open vraag.

Slide 16 - Slide

Ga je vanavond nog trainen?

Slide 17 - Open question

Wil je nog wat drinken?

Slide 18 - Open question

Begrijp je wat ik bedoel?

Slide 19 - Open question