Les 2 Module 1 Schaarste geld en handel

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Vorige les?

Vorige les

- Behoefte

- Middelen zorgen voor schaarste

- Alternatief aanwendbaar

- Kosten en baten analyse

- Budgetlijn

Bespreken van huiswerkopdrachten

Bespreken opgaven

Opgave 4,7,8,10 t/m 14 

Hoofdstuk 2

Bij een ruil van twee middelen is iedere partij zowel de vrager als aanbieder.

Ruil komt alleen tot stand als het wederzijds voordeel oplevert, anders ga je niet ruilen.

Transactiekosten en instituties

- Bij ruil ontstaan transactiekosten zoals advertentiekosten, zoekkosten, menukosten,transportkosten

Waarom zijn deze belangrijk?

Instituties in het leven geroepen om transactiekosten te verlagen

Opdrachten 3 t/m 15

Welke andere manieren kunnen de arbeidsproductiviteit vergroten?

Opdracht 19

Geld?

Geldfuncties

RUILMIDDEL: je ruilt goederen of diensten voor geld

REKENMIDDEL: je geeft aan hoeveel iets waard is

SPAARMIDDEL: geld opzijleggen en niet uitgeven

Wat zijn de drie functies van geld?

1. Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
2. Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
3. Spaarmiddel, rekenmiddel en oppotmiddel
4. Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel

Wat is geld?

1. munten en biljetten
2. een algemeen aanvaard ruilmiddel
3. een rekenmiddel
4. een ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel

Chartaal geld

Contant geld.

Giraal Geld

- Geld wat op een rekening staat, bankpassen

Vier technische vereisten geld

- Geld moet deelbaar zijn

- Geld moet handzaam zijn

- Geld moet duurzaam zijn

- Gel mag niet gemakkelijk na te maken zijn

Huiswerk maandag 11 september

Maken hoofdstuk 2 opdracht 13 t/m 18 + 24

Maken hoofdstuk 3 opdracht 8, 9 t/m 15, 16 t/m 22, 23 t/m 25

Heb je de opdrachten uit de les nog niet af? Dan deze ook nog maken!