3.9: eerste, tweede, derde

TaalCompleet 3.9
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

TaalCompleet 3.9

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen 3.1 t/m 3.8
Uitleg over 3.9
Check 3.9
Opdrachten maken 3.9
Nakijken 3.9
Exit 3.9

Slide 2 - Slide

rangtelwoorden
  • De eerste persoon in de rij is de winnaar.

  • Hij is de derde deelnemer van de groep.

Slide 3 - Slide

Ik sta op de _______ plaats in de wedstrijd.
A
twee
B
tweetste
C
tweede
D
tweedes

Slide 4 - Quiz

Dit is het _______ hoofdstuk van het boek.
A
drie
B
derde
C
driede
D
driedes

Slide 5 - Quiz

De __________ stoel is van jou.
A
vijf
B
vijfste
C
vijfde
D
vijfes

Slide 6 - Quiz

schrijf op 5e

Slide 7 - Open question

schrijf op 9e

Slide 8 - Open question

schrijf op 3e

Slide 9 - Open question

schrijf op 2e

Slide 10 - Open question

zesde
vierde
tiende
eerste
1e
10e
6e
4e

Slide 11 - Drag question

vierde, ... , zesde

Slide 12 - Open question

zesde, ... , achtste

Slide 13 - Open question

achtste, negende , ...

Slide 14 - Open question

eerste, ... , derde

Slide 15 - Open question

5
A
acht
B
vier
C
vijf
D
zeven

Slide 16 - Quiz

de keuken
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Wat zie je
op het plaatje?
A
het boek
B
leren
C
de computer
D
de opdracht

Slide 18 - Quiz

Wat zie je op
het plaatje?
A
de computer
B
leren
C
het boek
D
de cursist

Slide 19 - Quiz

Wat zie je
op het plaatje?
A
de computer
B
leren
C
de cursist
D
de opdracht

Slide 20 - Quiz

Uitleg
Uitleg
rangtelwoorden
1e        eerste
2e        tweede
3e        derde
4e        vierde
5e         vijfde
6e         zesde
7e         zevende
8e         achtste
9e         negende
10e        tiende
20e        twintigste
30e        dertigste
40e        veertigste

100e       honderdste  
1000e    duizendste

Slide 21 - Slide

Wat zijn de regels?
Rangtelwoord = Telwoord + de
Maar niet voor:
1e= eerste                            20 = twintigste
3e= derde
8e = achtste

Slide 22 - Slide

Wat is GEEN rangtelwoord?
A
vierde
B
eerste
C
negentien

Slide 23 - Quiz

Wat is het rangtelwoord voor 5?
A
vijfde
B
vijftiende
C
vijfend
D
vijf

Slide 24 - Quiz

Opdrachten

BLADZIJDE 100 
opdrachten: 
69
70
73
74
KLAAR?

1. kom laten nakijken bij mevrouw Arslan
2. Computer aan -> leren.kleurrijker.nl
Oefenen 3.9 

Slide 25 - Slide